Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.De omvang van het geschil
- deskundigenonderzoeken bevolen met betrekking tot de waarde van de te verdelen panden en met betrekking tot de vorderingen die zien op (het verloop van) de bankrekening met rekeningnummer [nummer1] en iedere verdere beslissing op die punten aangehouden;
- de gevorderde pensioenuitkeringen en gevorderde dwangsommen in conventie afgewezen en ten aanzien van die beslissing bepaald dat tussentijds hoger beroep kan worden ingesteld.
- de man veroordeelt om binnen 14 dagen na betekening van het arrest € 3.747,- aan de vrouw te voldoen, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
- bepaalt dat de man de verbeurde dwangsommen met een maximum van € 10.000,- is verschuldigd en de man veroordeelt om dit bedrag binnen 14 dagen na betekening van het arrest aan de vrouw te voldoen, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
- bepaalt dat het de vrouw is toegestaan om haar vordering van € 7.606,98 (de helft van € 15.213,96), althans € 5.032,89 (de helft van € 10.065,77) te verrekenen met de aan de vrouw toekomende overwaarde ter zake van de verdeling;
- althans die beslissing te nemen die het hof juist acht, kosten rechtens.
- de vrouw in haar vorderingen niet-ontvankelijk verklaart, althans haar deze ontzegt en het bestreden vonnis bevestigt;
- subsidiair,indien het hof oordeelt dat de man dwangsommen heeft verbeurd: de man ontslaat van enige betalingsverplichting, althans de dwangsommen matigt tot nihil of tot de omvang die het hof juist acht;
- de vrouw veroordeelt in de kosten van het geding in beide instanties, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na het arrest.
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
helft huur lees het convenant beter geengrens geen buffer’, op 27 maart 2017 een bedrag van € 210,75 met als omschrijving ‘
helft huur put ik krijg nog 1500 en helft huur put van jou het wordt hoogste tijd voor eerlijkheid’ en op 28 maart 2017 een bedrag van € 3.374,92 met als omschrijving ‘
helft huur boek en buro [naam2] ieder zijn eerlijke deel het is nog niet te laat de helft is de helft’. Hiermee heeft de man naar het oordeel van het hof in strijd gehandeld met het vonnis in kort geding zoals dat gelet op het voorgaande moet worden uitgelegd en heeft hij dwangsommen verbeurd. Uit de rekeningafschriften is af te leiden dat de man sinds de betekening van het vonnis in kort geding meer dan twintig keer zo heeft gehandeld, zodat het maximale bedrag van € 10.000,- aan dwangsommen is verbeurd. De derde grief van de vrouw slaagt.