In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1967, was eerder veroordeeld voor valsheid in geschrift, waarbij zij op declaratieformulieren voor zorg gefingeerde gewerkte uren en gereden kilometers had vermeld, nadat de zorgovereenkomst met de betrokken zorgbehoevende was beëindigd. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende de periode van 15 april 2016 tot en met 9 mei 2016 meermalen geschriften heeft vervalst, met als doel deze als echt en onvervalst te gebruiken. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 maanden, maar het hof heeft dit vonnis vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 5 maanden, met aftrek van voorarrest en een proeftijd van 2 jaren. Dit besluit is genomen in het licht van de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die inmiddels hulp en begeleiding heeft aanvaard voor haar problemen. Het hof heeft ook rekening gehouden met eerdere veroordelingen van de verdachte voor vermogensdelicten en de impact van haar daden op de sociale voorzieningen.