ECLI:NL:GHARL:2021:7988
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Verschoning
- Rechtspraak.nl
Verschoningsverzoek van een rechter in een strafzaak met eerdere betrokkenheid als advocaat
Op 19 augustus 2021 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een beslissing genomen over een verschoningsverzoek van mr. M.C. van Linde. Dit verzoek werd ingediend omdat mr. Van Linde eerder als advocaat de medeverdachte van de verdachte heeft bijgestaan tijdens de terechtzitting in eerste aanleg op 4 maart 2020. De zaak betreft een hoger beroep in een strafzaak met parketnummer 21-001623-20, waarbij de inhoudelijke behandeling gepland stond op 20 augustus 2021.
De meervoudige kamer voor behandeling van wrakings- en verschoningsverzoeken heeft het verzoek beoordeeld op basis van artikel 517 jo. artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering, dat bepaalt dat rechters zich kunnen verschonen indien hun onpartijdigheid in het geding kan komen. De kamer heeft vastgesteld dat de naam van mr. M.C. van Linde aan de partijen bekend was gemaakt en dat er geen belemmeringen waren voor zijn verschoning.
Uiteindelijk is het verzoek tot verschoning van mr. M.C. van Linde toegewezen, wat betekent dat hij zich niet langer betrokken voelt bij de behandeling van de zaak waarin hij eerder als advocaat heeft opgetreden. De beslissing is genomen door de leden van de meervoudige kamer, te weten mrs. W.P.M. ter Berg, J.H. Kuiper en L.G. Wijma.