De vrouw is met zes grieven in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking en zij heeft haar verzoek op drie onderdelen gewijzigd en/of vermeerderd.
De grieven 1 tot en met 5 zien op de kinderalimentatie en de zesde grief betreft de veroordeling tot betaling door de vrouw aan de man van € 2.500,-.
De vrouw verzoekt het hof, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de bestreden beschikking te vernietigen op de punten waarop de grieven betrekking hebben en opnieuw beschikkende:
I. te bepalen dat de man maandelijks met ingang van 1 december 2018 een bedrag van € 498,10 aan de vrouw als kinderalimentatie dient te voldoen;
II. te bepalen dat partijen beiden gelijkelijk draagplichtig zijn voor de ontstane achterstand in de hypotheekschuld ad € 2.500,- en de man te veroordelen om aan de vrouw de helft van het door haar reeds betaalde bedrag te vergoeden, zijnde een bedrag van € 1.250,-, binnen zeven dagen na deze beschikking, te vermeerderen met de wettelijke rente over elke dag dat de man hiermee in gebreke is;
III. de man te veroordelen een bedrag van € 2.757,50 over te maken op rekeningnummer [nummer] ten name van [de minderjarige1] of aan de vrouw, zodat zij hiervoor kan zorgdragen en om de afspraak in artikel 6.1 van het ouderschapsplan na te komen, binnen zeven dagen na deze beschikking, te vermeerderen met de wettelijke rente over elke dag dat de man hiermee in gebreke is,
IV. te bepalen dat de man de caravan van partijen binnen een maand na deze beschikking verkoopt en de vrouw informeert over de huurachterstand van de stalling met overlegging van bewijzen waaruit de huurachterstand blijkt, en - indien de man hieraan niet voldoet - de caravan na een maand na deze beschikking aan de man toe te delen voor een waarde van € 5.000,- met verrekening van de helft van deze waarde met de vrouw en de man dan te veroordelen binnen zes weken na deze beschikking aan de vrouw te voldoen een bedrag van € 2.500,-, te vermeerderen met de wettelijke rente over elke dag dat de man hiermee in gebreke is;
V. te bepalen dat de man binnen zeven dagen na deze beschikking meewerkt aan de belastingaangifte 2019 op verbeurte van een dwangsom van € 250,- per dag dat de man hiermee in gebreke is;
althans dat het hof een beslissing zal geven die het hof juist acht, kosten rechtens.