In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden aanhangig is gemaakt, betreft het een hoger beroep van belanghebbende [X] tegen een informatiebeschikking van de Inspecteur van de Belastingdienst. De informatiebeschikking is vastgesteld op 16 november 2016 en betreft belastingaanslagen over de jaren 2003 tot en met 2014. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze beschikking, maar dit bezwaar is ongegrond verklaard. Vervolgens heeft belanghebbende beroep ingesteld bij de rechtbank Gelderland, die het beroep eveneens ongegrond heeft verklaard. Hierna heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof.
Tijdens de zittingen is er een geschil ontstaan over de beperkte kennisneming van bepaalde memo's die door de Inspecteur zijn overgelegd. Het Hof heeft in een eerdere tussenuitspraak op 3 november 2020 bepaald dat de Inspecteur zowel een 'geschoonde' als een 'ongeschoonde' versie van het memo 'Project Duitse informatie (UBS)' diende over te leggen. In de tweede tussenuitspraak van 26 januari 2021 heeft het Hof geoordeeld dat de beperkte kennisneming van het memo gerechtvaardigd is, gezien de privacy van betrokken belastingambtenaren en de noodzaak voor de Belastingdienst om effectief te kunnen opereren.
Het Hof heeft vastgesteld dat de door de Inspecteur overgelegde 'geschoonde' versie van het memo kan worden gebruikt in de procedure, maar dat de 'ongeschoonde' versies van de memo's niet aan de andere belastingkamer ter beschikking worden gesteld. De zaak is verwezen naar een andere meervoudige belastingkamer voor verdere behandeling, aangezien belanghebbende geen toestemming heeft verleend voor kennisneming van de 'ongeschoonde' versie van het memo 'Verhuld vermogen'.