ECLI:NL:GHARL:2021:7828

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
12 augustus 2021
Publicatiedatum
16 augustus 2021
Zaaknummer
P21/0123
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van de verlenging van de terbeschikkingstelling en wijziging van voorwaarden na beoordeling van recidiverisico

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland, die op 12 maart 2021 de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met een jaar heeft verlengd en de bijzondere voorwaarden heeft gewijzigd. De terbeschikkinggestelde, geboren in Afghanistan in 1990, verbleef in een kliniek en heeft beroep aangetekend tegen deze beslissing. Tijdens de zitting op 29 juli 2021 heeft het hof de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman, mr. M.W.J. Rosendaal, gehoord, evenals de advocaat-generaal, mr. J.J.T.M. Pieters.

De raadsman heeft betoogd dat de terbeschikkingstelling beëindigd dient te worden, omdat de terbeschikkinggestelde significante vooruitgang heeft geboekt en het recidiverisico nu als matig kan worden ingeschat. Hij heeft geen cannabis meer gebruikt en heeft inzicht in zijn ziekte. De advocaat-generaal daarentegen heeft gepleit voor bevestiging van de beslissing van de rechtbank, waarbij hij benadrukte dat de overdracht naar reguliere zorg zorgvuldig moet gebeuren om terugval te voorkomen. Het hof heeft de argumenten van beide partijen gewogen en is tot de conclusie gekomen dat de rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld.

Het hof heeft vastgesteld dat, hoewel de terbeschikkinggestelde vooruitgang heeft geboekt, het beëindigen van de maatregel op dit moment prematuur is. De Pro Justitia-rapportage geeft aan dat het recidiverisico op lange termijn nog steeds hoog is. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bevestigd, waarbij het belang van een zorgvuldige overgang naar reguliere zorg voorop staat. De terbeschikkinggestelde zal voorlopig nog intensieve begeleiding en structuur nodig hebben voordat hij kan uitstromen naar de reguliere zorg.

Uitspraak

TBS P21/0123
Beslissing d.d. 12 augustus 2021
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[naam terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] (Afghanistan) op [geboortedag] 1990,
verblijvende in [de kliniek] .
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, van 12 maart 2021, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar en wijziging van de bijzondere voorwaarden.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van beroep van de terbeschikkinggestelde van 26 maart 2021;
- het e-mailbericht met aanvullende informatie van Reclassering Nederland van
12 juli 2021;
- de voortgangsverslagen van Reclassering Nederland van 12 april 2021 en 12 juli 2021.
Het hof heeft ter zitting van 29 juli 2021 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. M.W.J. Rosendaal, advocaat te Arnhem, en de advocaat-generaal
mr. J.J.T.M. Pieters.

Overwegingen:

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
De raadsman heeft verzocht de beslissing van de rechtbank te vernietigen en de maatregel te beëindigen. De terbeschikkinggestelde heeft sinds de zitting bij de rechtbank zoveel stappen gemaakt, dat de maatregel thans beëindigd dient te worden. Het recidiverisico is hooguit matig, waardoor er niet meer aan het gevaarscriterium wordt voldaan. Het traject naar een vervolgvoorziening verloopt veel te traag. Al ten tijde van de verlengingszitting in 2020 heeft de reclassering aangegeven dat hij aangemeld zou worden bij de reguliere geestelijke gezondheidszorg (GGZ), maar dat is nog steeds niet gebeurd. Het gebrek aan ziekte-inzicht en het cannabisgebruik vormden steeds de obstakels in de voortgang van het uitstroomtraject. Er is nu echter al ruim een jaar geen sprake meer van cannabisgebruik en de terbeschikkinggestelde beseft dat hij aan schizofrenie lijdt en medicatie nodig heeft. Zodra er ambulante begeleiding is geregeld, kan hij bij zijn moeder gaan wonen.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de beslissing van de rechtbank bevestigd dient te worden. De overdracht aan de reguliere zorg moet zorgvuldig gebeuren, zodat voorkomen kan worden dat de terbeschikkinggestelde weer terugvalt. De opgaande lijn is goed zichtbaar en de terbeschikkinggestelde bevindt zich in de laatste fase voordat de uitstroom naar begeleid wonen en reguliere zorg kan plaatsvinden.
Het oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat de rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld en op juiste wijze heeft beslist. Daarom zal de beslissing, waarvan beroep met overneming van die gronden worden bevestigd.
De terbeschikkinggestelde is in juli 2020 voor een proefperiode geplaatst bij Intensief Begeleid Wonen (IBW) [locatie] . Op 2 oktober 2020 is zijn verblijf in de IBW geëvalueerd. Daarbij kwam naar voren dat de terbeschikkinggestelde zich niet aan de huisregels van de IBW had gehouden. Er was al in augustus een positieve urinecontrole op cannabis en alcohol en in september 2020 opnieuw op cannabis. Verder werd gerapporteerd dat hij zich niet aan de gemaakte afspraken hield en voornamelijk zijn eigen plan trok. De behandelaar van [locatie] rapporteerde dat het ziekte-inzicht beperkt is, dat er sprake is van zelfoverschatting en dat de terbeschikkinggestelde langdurig meer aansturing nodig heeft.
Uit de Pro Justitia rapportage van 20 november 2020, opgemaakt door E.L.G. Heinsman-Carlier, psychiater, blijkt dat de kans op recidive van gewelddadig gedrag bij beëindiging van de maatregel op korte termijn wordt ingeschat als matig, maar voor de langere termijn als hoog. De deskundige rapporteerde verder dat de stap naar een forensisch beschermde woonvorm te groot is gebleken, mede doordat de terbeschikkinggestelde zijn beperkingen niet accepteert.
Hoewel uit de meest recente informatie van de reclassering naar voren komt dat de terbeschikkinggestelde geen cannabis meer gebruikt en weer stabiel functioneert, is beëindiging van de maatregel prematuur. De reclassering beoordeelt het recidiverisico met het huidige kader nog altijd als matig. Uit de rapportages blijkt voorts voldoende dat de terbeschikkinggestelde voorlopig nog intensieve begeleiding en structuur nodig heeft.
Het hof acht het vervolgtraject zoals de FPA en reclassering dat voor ogen hebben, passend. Vanuit een forensisch beschermde woonvorm kan de terbeschikkinggestelde op een verantwoorde wijze uitstromen naar de reguliere zorg.

Beslissing

Het hof:
Bevestigtde beslissing van de rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, van 12 maart 2021 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[naam terbeschikkinggestelde] .
Aldus gedaan door
mr. M. Keppels als voorzitter,
mr. J.A.W. Lensing en mr. M.J. Vos als raadsheren,
drs. I.M. van Woudenberg en dr. W.J. Canton als raden,
in tegenwoordigheid van mr. N.E. Versloot als griffier,
en op 12 augustus 2021 in het openbaar uitgesproken.
De raden en mr. Lensing zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.