Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van de kinderalimentatie. De man, verzoeker in hoger beroep, had verzocht om de door hem te betalen kinderalimentatie voor zijn minderjarige zoon [verweerder] op nihil te stellen, met ingang van 26 juli 2019. De rechtbank Noord-Nederland had eerder, op 26 februari 2020, dit verzoek afgewezen. De man heeft in zijn grieven aangevoerd dat zijn financiële omstandigheden zijn gewijzigd en dat hij vanaf 24 september 2019 een bijstandsuitkering ontving.
Het hof heeft vastgesteld dat de man sinds de beschikking van 4 april 2007, waarin de alimentatie was vastgesteld op € 286,- per maand, zijn financiële situatie aanzienlijk is veranderd. De man heeft in de periode na de beschikking van 4 april 2007 nog twee andere kinderen gekregen, waarvoor hij ook alimentatie moet betalen. De vrouw van wie de man gescheiden was, is in 2020 overleden, waarna [verweerder] bij zijn oma is gaan wonen. Het hof heeft de ingangsdatum van de wijziging van de alimentatie vastgesteld op 24 september 2019, omdat de man vanaf die datum een bijstandsuitkering ontving.
Het hof heeft geoordeeld dat de man, gezien zijn huidige financiële situatie, een minimale draagkracht heeft van € 25,- per maand voor [verweerder]. De man moet dit bedrag vanaf 28 januari 2021 rechtstreeks aan [verweerder] betalen. Het hof heeft ook geoordeeld dat er geen terugbetalingsverplichting is voor eventuele te veel ontvangen alimentatie, omdat deze van consumptieve aard is en niet hoger is dan de behoefte van [verweerder]. De bestreden beschikking van de rechtbank is vernietigd en de alimentatie is aangepast.