Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant] ,
[appellante],
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde2],
[geïntimeerde3],
[geïntimeerde4],
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.Samenvatting en beslissing
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
De heer [geïntimeerde4] had mij gevraagd of ik alle zwakke plekken in de woning wilde vertellen. Ik ken de woning vanaf mijn zeventiende al (…). Ik heb tijdens dat bezoek gewezen op de aanwezigheid van asbest onder het pannendak en bij de cv-ketel. Ik weet niet meer hoe [appellant] daarop reageerde. Ik heb gezegd asbest onder de kap, dus het pannendak, en er waren andere problemen in het huis aanwezig en daar heb ik ook op gewezen. (…). Er zit een wolfgebonden cementplaat aan de binnenkant van het dak. Ik heb gezegd dat dat geen asbest was, maar ik heb toen wel gezegd dat daar achter asbest zat”.
U vraagt mij of voorafgaand aan de koop van de woning tijdens een rondleiding door de heer [naam1] of een ander is gewezen op de aanwezigheid van asbest in het dak van de woning. Ik antwoord daarop: “Nee, absoluut niet.”
U vraagt mij of voorafgaand aan de koop van de woning tijdens een rondleiding door de heer [naam1] of een ander is gewezen op de aanwezigheid van asbest in het dak van de woning. Ik antwoord daarop: “daar is niet over gesproken”en:
De bedoeling van de aanwezigheid van [naam1] was volgens ons om te kijken hoe een verbouwing kon plaatsvonden, want wij wilden van twee woningen één woning maken.”