ECLI:NL:GHARL:2021:770

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
26 januari 2021
Publicatiedatum
27 januari 2021
Zaaknummer
21-003755-19
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens overtreding van een gebiedsverbod met voorwaardelijke gevangenisstraf en bijzondere voorwaarden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 26 januari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1993, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken wegens het niet naleven van een gebiedsverbod. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en in plaats daarvan een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken opgelegd, met een proeftijd van twee jaren en een aantal bijzondere voorwaarden. De verdachte had op 15 februari 2019 opzettelijk niet voldaan aan een bevel van de burgemeester, waardoor hij zich in een horecaconcentratiegebied bevond, wat in strijd was met de Algemene Plaatselijke Verordening. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte eerder onherroepelijk was veroordeeld en heeft rekening gehouden met een rapport van de reclassering. De verdediging pleitte voor een voorwaardelijke straf, wat het hof heeft gehonoreerd, maar met de toevoeging van bijzondere voorwaarden zoals deelname aan gedragsinterventies en een alcoholverbod. Het hof heeft de verdachte als strafbaar verklaard en de bijzondere voorwaarden opgelegd om de naleving te waarborgen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003755-19
Uitspraak d.d.: 26 januari 2021
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland van 5 juli 2019 met parketnummer 18-073564-19 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993,
wonende te [woonplaats] , [woonadres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 12 januari 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde en oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee weken met een proeftijd van twee jaren met oplegging van een aantal bijzondere voorwaarden. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw,
mr. M. Schwab, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De politierechter heeft verdachte ter zake van het tenlastegelegde veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee weken.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 15 februari 2019 te [plaats1] , gemeente [gemeente] , opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel, te weten een gebiedsverbod, kenmerk BO/GV/29948 krachtens een wettelijk voorschrift, te weten artikel 2:1A van de Algemene Plaatselijke Verordening, gedaan door of namens de burgemeester van de gemeente [gemeente] , in elk geval een ambtenaar als bedoeld in artikel 184 Wetboek van Strafrecht, eerste en/of tweede lid, inhoudende dat hij, verdachte, zich in de periode gelegen tussen 11 januari 2019 en 22 februari 2019 niet mocht bevinden in/op het horecaconcentratiegebied [plaats2] , door zich op voornoemde datum om 00.50 uur in/op, althans op een openbare weg of plaats gelegen in, voornoemd gebied te bevinden.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 15 februari 2019 te [plaats1] , gemeente [gemeente] , opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel, te weten een gebiedsverbod, kenmerk BO/GV/29948 krachtens een wettelijk voorschrift, te weten artikel 2:1A van de Algemene Plaatselijke Verordening, gedaan door of namens de burgemeester van de gemeente [gemeente] , in elk geval een ambtenaar als bedoeld in artikel 184 Wetboek van Strafrecht, eerste lid, inhoudende dat hij, verdachte, zich in de periode gelegen tussen 11 januari 2019 en 22 februari 2019 niet mocht bevinden in het horecaconcentratiegebied [plaats2] , door zich op voornoemde datum om 00.50 uur in voornoemd gebied te bevinden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk niet voldoen aan een bevel, krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar met de uitoefening van enig toezicht belast.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het overtreden van een gebiedsverbod. Door zijn handelen heeft verdachte er blijk van gegeven geen respect te hebben voor de autoriteiten en het aan hem opgelegde verbod.
Uit het verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 30 november 2020 blijkt dat verdachte in het verleden meermalen onherroepelijk is veroordeeld wegens strafbare feiten. Het hof heeft bij de strafoplegging tevens acht geslagen op de inhoud van een rapport van de reclassering d.d. 25 februari 2020.
Door de raadsvrouw is ter terechtzitting van het hof verzocht af te zien van het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf en in plaats daarvan een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, omdat – kort gezegd – verdachte zijn leven momenteel op de rit heeft. Hij is sinds de onderhavige feiten niet meer in aanraking gekomen met politie of justitie.
Het hof ziet in het voorgaande reden om af te zien van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf en in plaats daarvan een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Het hof acht het in het geval van verdachte – in tegenstelling tot wat de raadsvrouw hieromtrent naar voren heeft gebracht – wel aangewezen om bijzondere voorwaarden, zoals deze zijn geadviseerd door de reclassering, op te leggen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 63 en 184 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de betrokkene verplicht is zich binnen tien dagen na onherroepelijk worden van dit arrest te melden bij de Reclassering van Verslavingszorg Noord Nederland op het adres Oostergoweg 6 te Leeuwarden. Betrokkene blijft zich gedurende de proeftijd melden op afspraken zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de betrokkene, indien de reclassering dit nodig acht, gedurende de volledige proeftijd zal deelnemen aan een gedragsinterventie agressie regulatie training of een andere gedragsinterventie die gericht is op agressiebeheersing. De betrokkene houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen zoals die gedurende deze gedragsinterventie door of namens de instelling aan de betrokkene zullen worden gegeven.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat het de betrokkene verboden is gedurende de volledige proeftijd alcohol te gebruiken zolang de reclassering dit nodig acht en dat hij verplicht is ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan ademonderzoek of urineonderzoek. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd.
Geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Aldus gewezen door
mr. G.A. Versteeg, voorzitter,
mr. W. Foppen en mr. R.R.H. Laurens, raadsheren,
in tegenwoordigheid van H. Kingma, griffier,
en op 26 januari 2021 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. R.R.H. Laurens is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.