ECLI:NL:GHARL:2021:7619
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake ontnemingsvordering in hoger beroep met betrekking tot wapenhandel en hennepteelt
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Gelderland van 19 februari 2019. De zaak betreft een ontnemingsvordering ingevolge artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, waarbij de rechtbank de verdachte heeft veroordeeld tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel tot een bedrag van € 22.230,-, verkregen in verband met wapenhandel en hennepteelt. Het hof heeft het hoger beroep ingesteld door de betrokkene en de officier van justitie tegen het vonnis van de rechtbank, waarbij het hof de eerdere beslissing heeft bevestigd, maar met aanvulling van gronden.
Het hof heeft vastgesteld dat er een overschrijding van de redelijke termijn heeft plaatsgevonden, maar heeft geoordeeld dat deze overschrijding niet volledig ten gunste van de verdachte kan worden gerekend. Dit is te wijten aan de bijzondere omstandigheden die zijn ontstaan door de Covid-19 maatregelen, die de planning en behandeling van strafzaken hebben vertraagd. Het hof heeft ook de wijziging van artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht in overweging genomen, die na de beslissing van de rechtbank is doorgevoerd. Het hof heeft de duur van de gijzeling die ten hoogste kan worden gevorderd vastgesteld op 444 dagen.
De beslissing van het hof bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, met inachtneming van de nieuwe gronden en de vastgestelde termijn voor gijzeling. Het arrest is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar gemaakt op 10 augustus 2021.