Uitspraak
[klager] ,
klager,
[beklaagde] ,
beklaagde.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze tussenbeschikking van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gedateerd 30 april 2021, wordt een klacht behandeld van een ambulancechauffeur, klager, tegen de beslissing van de officier van justitie om de beklaagde niet te vervolgen voor mishandeling. De klacht is op 1 april 2020 ingediend en betreft een incident dat plaatsvond op 8 februari 2020, waarbij de klager tijdens een medische interventie door de beklaagde zou zijn mishandeld. De advocaat-generaal, mr. J. van Spanje, heeft het standpunt van het openbaar ministerie verwoord en stelt voor om de broer van de beklaagde als getuige te horen.
Het hof heeft de advocaat-generaal opgedragen om nader onderzoek te verrichten en de resultaten binnen twee maanden te rapporteren. De beslissing om de behandeling van de klacht aan te houden is genomen in het licht van de ernst van de beschuldiging, namelijk geweld tegen een hulpverlener. Het hof benadrukt dat elk aanvullend bewijs dat kan worden verkregen, moet worden onderzocht. De klager heeft verklaard dat hij tijdens zijn werk als ambulancechauffeur door de beklaagde is geslagen, wat door getuigen wordt ondersteund, hoewel er onduidelijkheid bestaat over wie precies de klap heeft gegeven. De advocaat-generaal heeft zijn standpunt herzien en pleit nu voor het horen van de broer van de beklaagde als getuige, wat het hof heeft goedgekeurd.