ECLI:NL:GHARL:2021:7526

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
29 juli 2021
Publicatiedatum
5 augustus 2021
Zaaknummer
21-000698-19
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis politierechter inzake smaad door publicatie over feestcafé

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1983, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van 29 januari 2019, waarin hij was veroordeeld voor smaad. De tenlastelegging betrof het opzettelijk aangeranden van de eer en goede naam van een feestcafé door te beweren dat de uitsmijter homoseksuele bezoekers de toegang had ontzegd vanwege hun seksuele geaardheid. Tijdens de zitting op 15 juli 2021 heeft het hof de zaak behandeld, waarbij het hof kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte, vertegenwoordigd door mr. M. Heikens.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en het bewezen verklaarde als smaad gekwalificeerd. Het hof oordeelde dat er geen straf of maatregel opgelegd diende te worden, gezien de omstandigheden waaronder het feit was begaan. Daarnaast heeft het hof de vordering van de benadeelde partij, die in eerste aanleg was toegewezen tot € 1.500, niet-ontvankelijk verklaard, met de mogelijkheid om deze vordering bij de burgerlijke rechter aan te brengen. De beslissing van het hof is genomen in overeenstemming met de artikelen 9a en 261 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-000698-19
Uitspraak d.d.: 29 juli 2021
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland van 29 januari 2019 met parketnummer 18-061188-18 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1983,
wonende te [woonplaats] , [woonadres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 15 juli 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. M. Heikens, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Hier (eventueel) de uitspraak van de rechter in eerste aanleg samengevat weergeven.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 22 januari 2018 in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, opzettelijk de eer en/of de goede naam van feestcafé " [benadeelde partij] " heeft aangerand door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door aan het [naam1] en/of [naam2] , althans aan een verslaggever van en/of een contact bij het [naam1] en/of een verslaggever van en/of een contact bij [naam2] , -zakelijk weergegeven- te berichten en/of te vertellen dat een/de uitsmijter/beveiliger van feestcafé " [benadeelde partij] " homoseksuele bezoekers de toegang tot genoemde feestcafé heeft ontzegd vanwege hun seksuele geaardheid, althans woorden van gelijke aard en/of strekking;

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op of omstreeks 22 januari 2018 in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, opzettelijk de eer en/of de goede naam van feestcafé " [benadeelde partij] " heeft aangerand door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door aan het [naam1] en/of [naam2] , althans aan een verslaggever van en/of een contact bij het [naam1] en/of een verslaggever van en/of een contact bij [naam2] , -zakelijk weergegeven- te berichten en/of te vertellen dat een/de uitsmijter/beveiliger van feestcafé " [benadeelde partij] " homoseksuele bezoekers de toegang tot genoemde feestcafé heeft ontzegd vanwege hun seksuele geaardheid, althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
smaad.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en of maatregel

Het hof acht het raadzaam te bepalen dat in verband met omstandigheden waaronder het feit is begaan geen straf of maatregel zal worden opgelegd.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 2.000,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 1.500,00. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Het hof is van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij kan daarom thans in haar vordering niet worden ontvangen en kan haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 9a en 261 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Bepaalt dat ter zake van het bewezenverklaarde geen straf of maatregel wordt opgelegd.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]

Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding en bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Aldus gewezen door
mr. D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo, voorzitter,
mr. O. Anjewierden en mr. A.J. Rietveld, raadsheren,
in tegenwoordigheid van G.G. Eisma, griffier,
en op 29 juli 2021 ter openbare terechtzitting uitgesproken.