Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
Overweging met betrekking tot het bewijs
endat het algemeen belang de tenlastelegging eiste.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1989 en woonachtig in [woonplaats], had hoger beroep ingesteld tegen een veroordeling voor smaad. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke taakstraf van 20 uren, te vervangen door 10 dagen hechtenis, en had een schadevergoeding van € 1.500,- toegewezen aan de benadeelde partij, een feestcafé. De zaak draait om een incident dat plaatsvond op 22 januari 2018, waarbij de verdachte en zijn medeverdachten de toegang tot het feestcafé werd geweigerd. De verdachte en zijn medeverdachten hebben vervolgens negatieve uitlatingen gedaan over de portiers van het café aan de media, met als doel de vermeende discriminatie van homoseksuele bezoekers aan de kaak te stellen. Het hof heeft het beroep op artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens verworpen, omdat de vrijheid van meningsuiting niet onbeperkt is en de belangen van de benadeelde partij beschermd moeten worden. Het hof oordeelde dat de verdachte niet te goeder trouw handelde, omdat er geen dringende noodzaak was om de media in te schakelen. Het hof vernietigde het vonnis van de politierechter en sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde smaad, omdat het hof van oordeel was dat de verdachte niet opzettelijk de eer en goede naam van het feestcafé had aangetast. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze onvoldoende was onderbouwd.