Uitspraak
DP,
Bloemen,
1.Het verloop van de procedure in eerste aanleg
2.Het verloop van de procedure in hoger beroep
3.Waar gaat het over?
4.De vaststaande feiten
Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden werd behandeld, gaat het om een geschil tussen Drenthe Power BV (DP) en Buro Bloemen BV (Bloemen) over de exploitatie van zonnepanelen na de beëindiging van hun samenwerking. De zaak is ontstaan na een kort geding dat door Bloemen was aangespannen, waarin zij vorderde dat DP zou gedogen dat de zonnepanelen op het dak van een hal aan de mr. J.B. Kanweg 105 te Witteveen zouden blijven liggen. DP daarentegen wilde dat de zonnepanelen verwijderd zouden worden. De voorzieningenrechter in eerste aanleg had de vorderingen van Bloemen toegewezen en de vordering van DP afgewezen, wat DP ertoe bracht in hoger beroep te gaan.
Het hof oordeelt dat de zonnepanelen op de locatie moeten blijven liggen, net als de voorzieningenrechter in eerste aanleg. Het hof stelt vast dat er een samenwerking bestond tussen de partijen ter realisatie van zonnepanelenprojecten en dat er een SDE-subsidie aan DP was verleend voor de exploitatie van de zonnepanelen. DP betwist dat Bloemen recht heeft op het handhaven van de zonnepanelen, maar het hof oordeelt dat Bloemen voldoende rechten kan ontlenen aan de ondertekende overeenkomsten tussen de partijen.
Het hof verbindt aan de toewijzing van de vorderingen van Bloemen de voorwaarde dat zij binnen vier maanden na het arrest een bodemprocedure aanhangig maakt. Als dit niet gebeurt, vervalt de ordemaatregel. DP wordt in de kosten van het hoger beroep veroordeeld, aangezien zij als de (overwegend) in het ongelijk te stellen partij wordt aangemerkt.