De huurders hebben ten slotte gevraagd de eerder genoemde gebreken puntsgewijs te beantwoorden en [geïntimeerde] te verzoeken de overeenkomst te ontbinden dan wel met hem in contact te treden.
3.1.11. Bij e-mail van 29 augustus 2016 heeft het makelaarskantoor in reactie op voornoemde e-mail bericht dat als de huurders contact willen, zij ervoor moeten zorgen dat zij bereikbaar zijn, dat recent helemaal niets gehoord is over alle de door de huurders genoemde problemen, dat in het digitale dossier te zien is dat de huurders in contact zijn gebracht met de contactpersoon van de eigenaar en dat de huurders gebeld zullen worden als zij een telefoonnummer geven waarop zij bereikbaar zijn.
3.1.12. De huurders hebben het makelaarskantoor bij e-mail van 4 oktober 2016 medegedeeld dat er nog steeds geen actie is ondernomen ten aanzien van de genoemde klachten en gebreken en dat er ook nog geen informatie is ontvangen over de manier waarop [geïntimeerde] te bereiken is. Verder hebben de huurders bericht dat de borg gezien de omstandigheden is teruggehaald, maar dat dit onmiddellijk kan worden hersteld als het makelaarskantoor of [geïntimeerde] eindelijk gaan reageren en actie gaan ondernemen. De huurders hebben verzocht nogmaals het rekeningnummer van [geïntimeerde] kenbaar te maken, zodat de huur voor de maand oktober 2016 direct kan worden betaald. Zij hebben daarbij vermeld dat de hoogte van de huur ter discussie staat gezien de vele gebreken. Ten slotte hebben de huurders medegedeeld dat de aannemer van het huis dat zij lieten bouwen heeft aangegeven medio maart 2017 tot voorlopige oplevering te kunnen overgaan en dat zij tot dan de huur maandelijks aan [geïntimeerde] zullen blijven voldoen.
3.1.13. Het makelaarskantoor heeft hierop bij e-mail van 12 oktober 2016 gereageerd. In deze e-mail is de huurders onder meer bericht dat de technische man van [geïntimeerde] geen openstaande klachten bekend was, dat volgens hem alles wat de huurders hebben gemeld direct is hersteld en dat [geïntimeerde] dan ook betwist op de hoogte te zijn gesteld door de huurders van klachten en/of problemen met betrekking tot de woning. Daarnaast heeft het makelaarskantoor in de e-mail erop gewezen dat het makelaarskantoor niet de aangewezen contactpersoon/beheerder is, dat in de huurovereenkomst te lezen is dat [geïntimeerde] de beheerder is en dat de huurders ten aanzien van de technische zaken al eerder zijn verwezen naar de technische man van [geïntimeerde] , waarvan zij eerder ook de contactgegevens hadden ontvangen. Het makelaarskantoor heeft de huurders verzocht in het geval er nog problemen zijn deze onverwijld aan de technische man van [geïntimeerde] te melden, onder opgave van diens contactgegevens. Verder heeft het makelaarskantoor medegedeeld dat de contactgegevens van [geïntimeerde] in de huurovereenkomst te vinden zijn en dat [geïntimeerde] zich op het standpunt stelt dat de huurders eerst aan hun betalingsverplichtingen moeten voldoen wat betreft de huurachterstand alsmede de kosten voor de nutsvoorzieningen, die [geïntimeerde] vanaf de aanvang van de huurovereenkomst heeft betaald.
3.1.14. Bij e-mail van 19 oktober 2016 heeft het makelaarskantoor aan de huurders medegedeeld dat op 17 oktober 2016 de huur voor de maand oktober is ontvangen, maar dat de vergoeding voor de nutsvoorzieningen en de huur over de maanden juli en augustus onbetaald zijn gebleven.
3.1.15. Op 9 december 2016 heeft een overleg plaatsgevonden in de woning tussen de huurders enerzijds en [geïntimeerde] en zijn advocaat anderzijds.
3.1.16. Bij brief van diezelfde datum heeft de advocaatvan [geïntimeerde] aan huurders geschreven dat tijdens dat overleg is besproken dat de huurders bij klachten rechtstreeks kunnen bellen met [geïntimeerde] van wie zij de gegevens hebben. De advocaat van [geïntimeerde] heeft verder geschreven dat tijdens het overleg een rondgang is gemaakt door het huis, waarbij is genoteerd dat een aantal punten aandacht nodig hebben en dat daarvoor zal worden gezorgd.
Daarnaast is in de brief bevestigd dat de huurders een bedrag van € 2.400,00 hebben voldaan op de afrekening van de nutsvoorzieningen met betrekking tot de periode tot en maart 2017 en dat bij beëindiging van de huur een eindafrekening zal worden opgemaakt. Verder heeft de advocaat geschreven dat partijen hebben afgesproken dat de huurovereenkomst wordt beëindigd met wederzijds goedvinden per 1 april 2017, dat tot en met maart 2017 de huur steeds voor of uiterlijk op de eerste van de maand wordt voldaan, dat de door de huurders betaalde waarborgsom aangemerkt wordt als huur over de periode juli tot en met september 2016 en dat zij een nieuwe waarborgsom ter hoogte van één maand huur zullen voldoen. De advocaat heeft de huurders verzocht de nieuwe waarborgsom binnen acht dagen te betalen en om de brief voor akkoord te tekenen en retour te zenden.
3.1.17. Op dezelfde dag, 9 december 2016, heeft de technische man van [geïntimeerde] een e-mail aan een loodgietersbedrijf gestuurd met het verzoek om werkzaamheden in de woning uit te voeren. In de e-mail heeft hij verwezen naar een lijst met daarop een aantal zaken die zijn geconstateerd bij een opname in de woning die dag: lekkage bij achterdeur, warm water in de bijkeuken, douchedeur tweede verdieping klemt, platte daken en goten en afvoeren nazien en bladvrij maken, alsmede het doorspuiten van de afvoeren en het toilet, met daarbij de opmerking “toilet loopt weleens over”.
3.1.18. De technische man van [geïntimeerde] heeft ook een lijst opgesteld met werkzaamheden te verrichten door een installatiebedrijf. Op de lijst staan de volgende punten: verlichting in de tuinkamer achterzijde begane grond brandt niet, de lamp op de overloop geeft na een uur branden een brandlucht en stopcontact ouderslaapkamer hangt los
3.1.19. De advocaat van [geïntimeerde] heeft bij e-mail van 4 januari 2017 aan de huurders bericht dat de overeenkomst nog niet getekend retour is ontvangen en dat de huur voor de maand januari en de borgsom van één maand huur nog niet zijn betaald.
3.1.20. De huurders hebben bij e-mail van diezelfde dag geantwoord dat zodra zij weer
aanwezig zijn alle ‘'opvolgingen” zullen volgen evenals de opzegging.
3.1.21. Bij e-mail van 10 januari 2017 heeft de advocaat van [geïntimeerde] aan de huurders medegedeeld dat de huur voor de maand januari is ontvangen, maar dat nog resteert de betaling van de borgsom van één maand en het retourneren van de afsprakenbrief. Verder heeft de advocaat gevraagd of de huurders contact willen opnemen met de technische man van [geïntimeerde] , in verband met het voornemen van deze om de volgende dag samen met een aannemer bij de woning langs te gaan voor het doen van een opname.
3.1.22. De advocaat van [geïntimeerde] heeft op 23 januari 2017 bij e-mail aan de huurders bericht dat de borgsom niet is betaald en dat de brief met de gemaakte
afspraken ook niet retour is ontvangen. Verder heeft de advocaat de huurders erop gewezen dat zij telefonisch niet meer bereikbaar zijn en geen contact meer hebben gezocht met de technische man van [geïntimeerde] , die klaar stond om samen met een aannemer bepaalde kwesties op te lossen.
3.1.23. Op 7 februari 2017 heeft [geïntimeerde] aan zijn advocaat laten weten dat de huurders op 6 februari 2017 de huur voor de maand februari hebben betaald.
3.1.24. De huurders hebben bij e-mail van 7 februari 2017 aan de advocaat van [geïntimeerde] bericht dat de lopende huur is overgemaakt en dat de lopende klachten niet zijn
opgelost. Zij hebben vervolgens voorgesteld om de door hen per oktober 2016 gedane
opzegging te respecteren, zodat de woning 1 april 2017 leeg door hen zal worden
opgeleverd, waardoor er geen openstaande bedragen meer zullen zijn en [geïntimeerde]
"gevrijwaard is alle reparatiewerkzaamheden al dan niet ten uitvoer te laten leggen”.
3.1.25. Bij e-mail van 6 maart 2017 hebben de huurders aan de advocaat van [geïntimeerde] medegedeeld dat er op het nieuwe adres van de huurders bij controle door de gemeente constructiefouten zijn ontdekt die onmiddellijk hersteld moeten worden, dat daardoor de oplevering van de nieuwe woning met minimaal twee maanden uitgesteld zal worden en dat de huurders tot dan de bewoning van het gehuurde handhaven.
3.1.26. [geïntimeerde] heeft bij dagvaarding van 3 juli 2017 een kort geding tegen
de huurders aangespannen, waarbij hij heeft gevorderd de veroordeling van de huurders tot betaling van de achterstallige huur en tot ontruiming van de gehuurde
woning. De behandeling van het kort geding was gepland op 23 augustus 2017.
3.1.27. Op 10 augustus 2017 hebben een toezichthouder van de gemeente De Bilt, een
medewerker van de Veiligheidsregio Utrecht en een elektromonteur een inspectie in de woning uitgevoerd. Aanleiding hiervoor was een melding van huurders bij de gemeente. In het daarvan opgemaakte verslag Inspectie brandveiligheid bouw staat het volgende:
"(…).
Deze inspectie bestond uit een visuele waarneming t.b.v. de brandveiligheidsniveau bestaande bouw. Rede van de inspectie is of het pand veilig en brandveilig is naar aanleiding van de binnengekomen klacht van de huurder.
(...).
Ik heb het volgende geconstateerd: