Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant] ,
[appellante] ,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, staat de verkrijgende verjaring van een strook grond centraal. De gemeente Woerden heeft een vordering ingesteld tegen een ondernemer, die onrechtmatig in bezit is genomen van deze grond. De rechtbank Midden-Nederland had eerder geoordeeld dat de gemeente geen eigenaar was geworden van de betreffende strook grond, die deel uitmaakte van een groter perceel. Dit perceel was kadastraal bekend als gemeente Woerden, sectie [Y], nr. [nummer1]. De rechtbank oordeelde dat Midstate v.o.f. de eigenaar bleef van de strook grond en dat de ondernemer, hoewel hij mogelijk door verjaring eigenaar was geworden van een deel van het perceel, deze grond aan Midstate moest terugleveren.
Het hof heeft kennisgenomen van het vonnis van de rechtbank en heeft de procedure naar de rol verwezen, zodat de ondernemer en de gemeente zich kunnen uitlaten over de gevolgen van dit vonnis voor de voortgang van de zaak. Het hof heeft ook gevraagd om verduidelijking over de samenhang tussen de strook grond in geschil en de percelen A en B, zoals gedefinieerd door de partijen in deze procedure. De beslissing van het hof houdt in dat de zaak op 31 augustus 2021 opnieuw op de rol komt, waarbij de ondernemer zijn standpunt kan toelichten en de gemeente kan reageren.
De uitspraak van het hof is gedaan op 3 augustus 2021 en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De zaak illustreert de complexiteit van geschillen rondom onrechtmatige inbezitneming en de juridische gevolgen van verkrijgende verjaring.