ECLI:NL:GHARL:2021:7382

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
3 augustus 2021
Publicatiedatum
3 augustus 2021
Zaaknummer
200.234.891
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrijgende verjaring en teruglevering van grond tussen gemeente en ondernemer

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, staat de verkrijgende verjaring van een strook grond centraal. De gemeente Woerden heeft een vordering ingesteld tegen een ondernemer, die onrechtmatig in bezit is genomen van deze grond. De rechtbank Midden-Nederland had eerder geoordeeld dat de gemeente geen eigenaar was geworden van de betreffende strook grond, die deel uitmaakte van een groter perceel. Dit perceel was kadastraal bekend als gemeente Woerden, sectie [Y], nr. [nummer1]. De rechtbank oordeelde dat Midstate v.o.f. de eigenaar bleef van de strook grond en dat de ondernemer, hoewel hij mogelijk door verjaring eigenaar was geworden van een deel van het perceel, deze grond aan Midstate moest terugleveren.

Het hof heeft kennisgenomen van het vonnis van de rechtbank en heeft de procedure naar de rol verwezen, zodat de ondernemer en de gemeente zich kunnen uitlaten over de gevolgen van dit vonnis voor de voortgang van de zaak. Het hof heeft ook gevraagd om verduidelijking over de samenhang tussen de strook grond in geschil en de percelen A en B, zoals gedefinieerd door de partijen in deze procedure. De beslissing van het hof houdt in dat de zaak op 31 augustus 2021 opnieuw op de rol komt, waarbij de ondernemer zijn standpunt kan toelichten en de gemeente kan reageren.

De uitspraak van het hof is gedaan op 3 augustus 2021 en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De zaak illustreert de complexiteit van geschillen rondom onrechtmatige inbezitneming en de juridische gevolgen van verkrijgende verjaring.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.234.891
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, 423624)
arrest van 3 augustus 2021
in de zaak van

1.[appellant] ,

wonende te [woonplaats1] ,
2. de erven van
[appellante] ,
wonende te [woonplaats1] ,
appellanten in het principaal hoger beroep,
geïntimeerden in het incidenteel hoger beroep,
in eerste aanleg: eisers in conventie, verweerders in reconventie,
hierna: [de ondernemer]
advocaat: mr. B. van Eijk,
tegen
de Gemeente Woerden,
zetelend te Woerden,
geïntimeerde in het principaal hoger beroep,
appellante in het incidenteel hoger beroep,
in eerste aanleg: gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
hierna: de gemeente,
advocaat: mr. H.J. Doelman.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 6 augustus 2019 hier over.
1.2
Het verdere verloop blijkt uit:
■ het proces-verbaal van de meervoudige comparitie van partijen op 1 september 2020;
■ de antwoordakte van de gemeente.
1.3
Vervolgens heeft het hof arrest bepaald.

2.De motivering van de beslissing in hoger beroep

2.1
Het hof heeft ambtshalve kennis genomen van het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 31 maart 2021, C/16/503156 / HA ZA 20-335, waarin de rechtbank onder meer heeft beslist dat de gemeente geen eigenaar is geworden van een strook grond die onderdeel uitmaakte van het voormalige perceel kadastraal bekend gemeente Woerden, sectie [Y] , nr. [nummer1] en die is gelegen tussen de [adres1] en de percelen van [de ondernemer] , maar dat Midstate v.o.f. daarvan eigenaar is gebleven (rechtsoverweging 3.11) en waarin zij Midstate heeft toegelaten te bewijzen dat zij de strook om niet in gebruik heeft gegeven aan Van Doorn (rechtsoverweging 3.14 e.v.). De rechtbank heeft verder geoordeeld dat in het geval Midstate niet slaagt in haar bewijsopdracht en dus niet vast komt te staan dat er een gebruiksovereenkomst bestond, [appellant] door verjaring eigenaar is geworden van het perceelgedeelte, maar dat hij deze aan Midstate zal moeten terugleveren omdat hij het perceelgedeelte onrechtmatig in bezit genomen heeft. De rechtbank heeft de zaak verwezen naar de rol zodat Midstate zich kan uitlaten of zij bewijs wenst te leveren. Het hof zal de procedure naar de rol verwijzen opdat eerst [de ondernemer] en daarna de gemeente zich bij akte kunnen uitlaten over de vraag welke consequenties het vonnis heeft voor de voortgang van deze zaak. Het hof nodigt partijen ook uit aan te geven in hoeverre de strook grond die onderwerp van geschil is tussen Midstate en de gemeente samenvalt met de percelen A en B, zoals partijen die in deze procedure hebben gedefinieerd.
2.2
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
verwijst de zaak naar de rol van 31 augustus 2021, opdat [de ondernemer] zich kunnen uitlaten over hetgeen het hof heeft overwogen in 2.1. De gemeente kan daarop reageren bij antwoordakte;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. F.J. de Vries, M. Schoemaker en E.H.P. Brans, en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 3 augustus 2021.