Uitspraak
[appellant],
Kroymans,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, betreft het een geschil tussen een Belgische appellant en Kroymans Automotive B.V. over de aansprakelijkheid voor de diefstal van een Ferrari 512 TR. De appellant had de Ferrari op consignatiebasis bij Kroymans aangeboden voor verkoop, maar de auto werd gestolen tijdens een autobeurs in Maastricht. De appellant vorderde schadevergoeding van Kroymans, stellende dat deze tekortgeschoten was in haar verplichtingen uit de consignatieovereenkomst. Het hof oordeelde dat er geen sprake was van een bewaarnemingsovereenkomst, maar dat de consignatieovereenkomst kwalificeerde als een overeenkomst van opdracht. Het hof liet Kroymans toe tot het leveren van bewijs dat partijen waren overeengekomen dat de schade of waardevermindering van de Ferrari ten volle voor rekening en risico van de appellant zou zijn. De uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijke afspraken in overeenkomsten en de gevolgen van exoneratieclausules. Het hof hield iedere verdere beslissing aan en bepaalde dat Kroymans bewijs diende te leveren op een nader te bepalen datum.