In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1993, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling voor het besturen van een auto onder invloed van alcohol. De politierechter had de verdachte op 18 april 2019 veroordeeld tot een geldboete van € 950,- en een ontzegging van de rijbevoegdheid van 8 maanden. Het hof heeft het hoger beroep behandeld op de zitting van 7 juli 2021, waarbij de advocaat-generaal een vordering heeft ingediend tot vernietiging van het vonnis en veroordeling van de verdachte tot een taakstraf van 40 uren en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid van 8 maanden met een proeftijd van 3 jaren.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 1 januari 2019 als bestuurder van een motorrijtuig een alcoholgehalte van 740 microgram per liter uitgeademde lucht had, wat aanzienlijk hoger is dan de toegestane 220 microgram. De verdachte heeft erkend schuldig te zijn aan de feiten en heeft verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelen. Het hof heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn werk als timmerman en zijn wens om zijn rijbewijs te behouden voor zijn werk en om zijn dochtertje te kunnen zien.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid van 8 maanden, met een proeftijd van 3 jaren. De bijkomende straf van ontzegging zal niet ten uitvoer worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.