Uitspraak
[verdachte] ,
Procesgang en omvang van het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) weken.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 juli 2021 uitspraak gedaan na terugwijzing door de Hoge Raad. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf weken wegens poging tot diefstal in vereniging en huisvredebreuk. De zaak is eerder behandeld, waarbij de verdachte in 2017 werd veroordeeld tot zes weken gevangenisstraf. Deze veroordeling werd door de Hoge Raad op 2 juli 2019 vernietigd, maar alleen voor wat betreft de strafoplegging, waarna de zaak opnieuw naar het hof werd terugverwezen.
De verdachte heeft samen met medeverdachten op 16 mei 2016 geprobeerd in te breken in een container op het terrein van een bedrijf en heeft zich schuldig gemaakt aan erfvredebreuk. Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan. De verdachte heeft geen respect getoond voor de eigendomsrechten van anderen en heeft enkel gehandeld vanuit financieel gewin.
Bij de beoordeling van de straf heeft het hof ook gekeken naar de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Ondanks dat de verdachte niet eerder in Nederland was veroordeeld, is er rekening gehouden met een eerdere veroordeling voor schuldheling. Het hof heeft geconcludeerd dat een taakstraf niet uitvoerbaar is, gezien de verdachte in het buitenland woont en niet op de zitting is verschenen. Uiteindelijk heeft het hof de gevangenisstraf verlaagd van zes naar vijf weken, mede vanwege de overschrijding van de redelijke termijn van de procedure.