ECLI:NL:GHARL:2021:7129
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van belaging door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden na beoordeling van frequentie en intensiteit van gedragingen
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte was eerder veroordeeld voor belaging van twee personen, met als gevolg een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen deze veroordeling. Tijdens de zitting op 5 juli 2021 heeft het hof de zaak onderzocht, waarbij het hof kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte, vertegenwoordigd door mr. P. Bollema.
Het hof heeft vastgesteld dat de gedragingen van de verdachte, zoals het veelvuldig sturen van berichten en het benaderen van de slachtoffers, niet van een zodanige frequentie en intensiteit waren dat deze een stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers opleverden. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de omstandigheden waaronder de contacten hebben plaatsgevonden, waaronder bestaande familieverhoudingen.
Op basis van het onderzoek heeft het hof geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was voor de tenlastegelegde feiten en heeft het vonnis van de politierechter vernietigd. De verdachte is vrijgesproken van de beschuldigingen van belaging, omdat niet kon worden aangetoond dat zijn gedragingen voldeden aan de criteria van artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht.