Uitspraak
[klager] ,
zichzelf.
Het beklag
De beoordeling van het beklag
rechtstreeks belanghebbende.
‘schatje’en ‘
liefje’hebben aangesproken en zou klager haar op haar borst, benen/billen en schouders hebben aangeraakt.
‘schatje’en
‘liefje’en dat hij zich aan haar heeft opgedrongen, onder meer door haar aan haar benen aan te raken. De officier van justitie heeft in het bijzonder gewezen op de betrouwbaarheid en authenticiteit van de verklaring van de leerlinge, alsmede het studioverhoor van een van de klasgenoten/vriendinnetjes van deze leerlinge. Voornoemde gedragingen kunnen naar het oordeel van de officier van justitie gekwalificeerd worden als dwang als bedoeld in artikel 284 van het Wetboek van Strafrecht, nu klager zich op een vervelende manier heeft opgedrongen aan de leerlinge, waarbij hij zijn gezag of overwicht heeft aangewend om zijn bewoordingen en aanraking te dulden. Gelet op de verhouding tussen klager en de leerlinge heeft klager door op voornoemde wijze te handelen een onaanvaardbare psychische druk opgelegd, waaraan de leerlinge geen weerstand kon bieden, aldus de officier van justitie. Gezien de context van de zaak heeft openbaar ministerie ervoor gekozen de zaak ‘klein’ te houden en een onvoorwaardelijk beleidssepot op te leggen, met sepotcode 52.
Beslissing
een strafvervolgingtegen zal worden ingesteld
jegens klager [klager]ter zake van het misdrijf omschreven in
artikel 284 van het Wetboek van Strafrecht.