ECLI:NL:GHARL:2021:7094
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van vonnis in hoger beroep betreffende belediging van een ambtenaar
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte was eerder veroordeeld voor de belediging van een ambtenaar en kreeg een taakstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis, waarvan 30 uren, subsidiair 15 dagen hechtenis, voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. De politierechter had ook de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot schadevergoeding.
Het hof heeft het hoger beroep behandeld op de zitting van 2 juli 2021, waarbij het hof kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering strekte tot vernietiging van het vonnis van de politierechter en opnieuw rechtdoende, tot veroordeling van de verdachte op dezelfde gronden als eerder. Het hof heeft geconcludeerd dat de politierechter op juiste gronden heeft beslist en heeft het vonnis dan ook bevestigd.
De beslissing van het hof houdt in dat de eerdere veroordeling van de verdachte wordt gehandhaafd, en dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk blijft in de vordering tot schadevergoeding. Het arrest is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, mr. J. Brink, en mr. J.S. van Duurling was buiten staat om het arrest mede te ondertekenen.