Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 26 januari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de benoeming van een bijzondere curator voor drie minderjarige kinderen. De moeder, verzoekster in hoger beroep, had verzocht om de benoeming van een bijzondere curator omdat zij van mening was dat er een wezenlijk conflict bestond tussen haar belangen en die van de kinderen, die onder toezicht stonden van de gecertificeerde instelling Stichting Samen Veilig Midden-Nederland (GI). De kinderen waren sinds 9 juli 2019 onder toezicht gesteld en waren eerder uit huis geplaatst. De rechtbank Midden-Nederland had in een eerdere beschikking het ouderlijk gezag van de moeder beëindigd en de GI tot voogd benoemd.
Tijdens de mondelinge behandeling op 5 januari 2021 heeft de moeder haar zorgen geuit over de opvoeding van de kinderen door de GI en de omgangsregeling. De GI heeft echter verklaard goed contact te hebben met de kinderen en dat zij hun wensen en belangen in acht neemt. Het hof heeft overwogen dat er geen strijd is tussen de belangen van de kinderen en die van de GI die de benoeming van een bijzondere curator noodzakelijk zou maken. De moeder heeft haar stellingen onvoldoende geconcretiseerd en het hof heeft geconcludeerd dat de kinderen vooral behoefte hebben aan rust. Het verzoek van de moeder tot benoeming van een bijzondere curator is dan ook afgewezen.