In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland, die op 5 maart 2021 de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met een jaar had verlengd. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling afgewezen. Het hof oordeelt dat er geen toereikende gronden zijn voor verlenging van de maatregel, mede op basis van het rapport van de onafhankelijke psychiater B. Gotink en recente informatie van de reclassering. Het recidiverisico wordt als laag ingeschat en er zijn geen redenen die een beëindiging van de maatregel in de weg staan.
De terbeschikkinggestelde, geboren in 1971, heeft in het verleden te maken gehad met ernstige psychische stoornissen, waaronder pedofilie en alcoholafhankelijkheid. Tijdens zijn verblijf in een Forensisch Psychisch Centrum heeft hij aan alle noodzakelijke behandelingen deelgenomen en zijn toestand is verbeterd. De onafhankelijke psychiater heeft geadviseerd de maatregel niet te verlengen, omdat de stoornissen milder zijn geworden en het risicoprofiel is verbeterd. De reclassering heeft ook een positieve ontwikkeling gerapporteerd en het recidiverisico als laag ingeschat.
Het hof heeft de terbeschikkinggestelde gehoord, die heeft aangegeven dat hij in staat is om voor zichzelf te zorgen en dat hij geen behoefte heeft aan een partnerrelatie met kinderen. Hij heeft een vast dienstverband en werkt aan het saneren van zijn schulden. Het hof concludeert dat de terbeschikkinggestelde al bijna drieënhalf jaar zelfstandig in de maatschappij verblijft zonder incidenten en dat er geen noodzaak is voor verdere behandeling. De beslissing van het hof leidt tot de beëindiging van de terbeschikkingstelling.