ECLI:NL:GHARL:2021:7016

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
15 juli 2021
Publicatiedatum
21 juli 2021
Zaaknummer
TBS P21/0114
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van de verlenging van terbeschikkingstelling en afwijzing verzoek tot onderzoek in Pieter Baan Centrum

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Oost-Brabant, die op 10 maart 2021 de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met twee jaren heeft verlengd. De terbeschikkinggestelde, geboren in 1971 en verblijvende in het Forensisch Psychiatrisch Centrum de Pompestichting, had verzocht om een onderzoek in het Pieter Baan Centrum (PBC) om de juistheid van de diagnose en de mogelijkheden voor een vervolgvoorziening te onderzoeken. Het hof heeft dit verzoek afgewezen, omdat er geen, althans onvoldoende reden was om aan te nemen dat de diagnose niet juist zou zijn. Er bestond consensus over het bestaan van een stoornis, en de diagnose stond niet voorop in het kader van de verlengingsbeslissing.

Het hof heeft de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman, mr. A.R. Ytsma, gehoord, evenals de advocaat-generaal, mr. D.J. de Jong. De terbeschikkinggestelde en zijn raadsman stelden dat de maatregel met een jaar moest worden verlengd en dat er nader onderzoek in het PBC moest plaatsvinden, gezien de onduidelijkheid over de diagnose. De advocaat-generaal concludeerde echter tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank, stellende dat aan de voorwaarden voor verlenging was voldaan en dat de diagnose zorgvuldig tot stand was gekomen.

Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bevestigd en het verzoek tot onderzoek in het PBC afgewezen. Het hof oordeelde dat de rechtbank op goede gronden had beslist en dat er geen aanleiding was om de terbeschikkinggestelde te laten onderzoeken in het PBC. De beslissing is openbaar uitgesproken op 15 juli 2021.

Uitspraak

TBS P21/0114
Beslissing d.d. 15 juli 2021
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1971,
verblijvende in Forensisch Psychiatrisch Centrum (hierna: FPC) de Pompestichting, locatie LFPZ te Zeeland.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch van 10 maart 2021, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaren en – impliciet – de afwijzing van het verzoek om de terbeschikkinggestelde te laten onderzoeken in het Pieter Baan Centrum.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
̶ het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
̶ de beslissing waarvan beroep, alsmede de herstelbeslissing van 18 maart 2021;
̶ de akte van beroep van de terbeschikkinggestelde van 12 maart 2021;
̶ de aanvullende informatie van FPC de Pompestichting van 24 juni 2021, met als bijlage de wettelijke aantekeningen van 21 oktober 2020 tot 21 april 2021;
̶ het e-mailbericht van de raadsman aan het hof van 1 juli 2021 met bijlagen.
Het hof heeft ter zitting van 1 juli 2021 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.R. Ytsma, advocaat te Haarlem, en de advocaat-generaal
mr. D.J. de Jong.

Overwegingen:

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
De terbeschikkinggestelde en zijn raadsman hebben zich op het standpunt gesteld dat de maatregel dient te worden verlengd met een jaar, alsmede dat de terbeschikkinggestelde ter observatie dient te worden opgenomen in het Pieter Baan Centrum. De maatregel loopt inmiddels 28 jaren. Er is discussie over de juistheid van de gestelde diagnose, met name waar het gaat om de vraag of er bij de terbeschikkinggestelde sprake is van een Foetaal Valproaat Syndroom (FVS) en/of een psychose. Nu er te veel onduidelijkheid bestaat over de diagnose – mede gelet op de duur van de maatregel tot dusver en het verloop daarvan – dient er nader onderzoek plaats te vinden in het Pieter Baan Centrum. Tijdens voornoemd onderzoek kunnen ook de mogelijkheden met betrekking tot een passende vervolgvoorziening worden onderzocht. De suggesties die tijdens de zorgconferentie in 2018 zijn gedaan zijn helaas niet opgepakt door de kliniek. Hoewel de zaak zou kunnen worden aangehouden teneinde voornoemd onderzoek in het Pieter Baan Centrum af te wachten, heeft het de voorkeur de observatie in het Pieter Baan Centrum te bevelen bij eindbeslissing, zodat de resultaten van het onderzoek in het Pieter Baan Centrum kunnen worden meegenomen bij de eerst volgende verlengingszitting bij de rechtbank.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing waarvan beroep. Aan de voorwaarden voor verlenging van de maatregel is voldaan. Kijkend naar de adviezen van zowel de kliniek als de onafhankelijke rapporteurs is een verlenging van de maatregel met twee jaren aangewezen. Er worden kleine stapjes gezet, maar niet te verwachten is dat er op korte termijn wezenlijke veranderingen gaan plaatsvinden met betrekking tot het recidiverisico. Hoewel de wens van de terbeschikkinggestelde om het Pieter Baan Centrum onderzoek te laten doen naar de diagnose en de mogelijkheden van een vervolgvoorziening begrijpelijk is, bestaat daartoe geen noodzaak. Het openbaar ministerie stelt zich op het standpunt dat de diagnose zorgvuldig tot stand is gekomen. De diagnose (in het bijzonder het Foetaal Vaproaat Syndroom) is door diverse deskundigen gevolgd en tot uitgangspunt genomen. De kliniek blijft zoeken naar een passende vervolgplek, echter dit is gelet op de problematiek van de terbeschikkinggestelde ingewikkeld. Het verzoek tot observatie in het Pieter Baan Centrum dient derhalve te worden afgewezen.
Het oordeel van het hof
Verbeterd lezen van het dictum van de beslissing waarvan beroep
De rechtbank heeft weliswaar overwogen dat zij het verzoek tot observatie in het Pieter Baan Centrum afwijst, maar heeft verzuimd deze beslissing in het dictum op te nemen. Omdat het gaat om een kennelijke verschrijving, leest het hof het dictum in die zin verbeterd.
Bevestigen
Het hof is van oordeel dat de rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld en op juiste wijze heeft beslist. Daarom zal het hof de (herstelde) beslissing waarvan beroep met overneming van die gronden bevestigen.
Afwijzing verzoek
In beroep is opnieuw verzocht de terbeschikkinggestelde ter observatie op te laten nemen in het Pieter Baan Centrum. Het hof acht zich op basis van de voorhanden zijnde informatie voldoende ingelicht om te kunnen oordelen op het door de terbeschikkinggestelde ingediende beroep. Het hof ziet geen aanleiding de terbeschikkinggestelde te laten onderzoeken in het Pieter Baan Centrum, nu er geen, althans onvoldoende reden is om aan te nemen dat de gestelde diagnose niet juist zou zijn. Daaraan voegt het hof nog toe dat er consensus bestaat over het bestaan van een stoornis en dat in het kader van een verlengingsbeslissing de diagnose van de stoornis niet voorop staat.

Beslissing

Het hof:
̶
Wijst afhet verzoek tot onderzoek van de terbeschikkinggestelde in het Pieter Baan Centrum;
̶
Bevestigtde beslissing van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch van 10 maart 2021 met betrekking tot de
terbeschikkinggestelde [terbeschikkinggestelde] .
Aldus gedaan door
mr. M.J. Vos als voorzitter,
mr. M. Keppels en mr. P.C. Vegter als raadsheren,
en drs. A. Vissers en drs. C.J.J.C.M. van Gestel als raden,
in tegenwoordigheid van mr. F.A.A.M. van der Veen als griffier,
en op 15 juli 2021 in het openbaar uitgesproken.
De raden en mr. P.C. Vegter zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.