Uitspraak
FAV10,
[geïntimeerde],
1.De procedure bij de rechtbank
26 september 2018, 20 maart 2019 en 10 juli 2019 die de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Almere, (hierna: de kantonrechter) heeft gewezen.
2.De procedure in hoger beroep
3.Waar gaat deze zaak over?
4.De feiten
5.De vorderingen en de beslissing van de kantonrechter
6.De beoordeling in hoger beroep
(verholen) griefvan FAV10 faalt.
grief 1 in incidenteel appelslaagt.
grief 1 in principaal appelfaalt.
11 november 2017. FAV10 voert aan dat noch [naam1] , noch iemand anders van FAV10 [geïntimeerde] een opdracht (al dan niet in de vorm van een zogeheten ‘rider’ van de artiest van die avond) heeft gegeven voor het leveren van de technicus, de pioneerset en het overige materiaal. Ten aanzien van de technicus voert FAV10 aan dat - conform afspraak met hun eigen leverancier - op dat moment geen derden zoals [geïntimeerde] de apparatuur konden en mochten bedienen. Deze apparatuur werd door [naam2] of [naam1] bediend. Deze stelling wordt door [geïntimeerde] uitdrukkelijk betwist. Dit is hem of [naam3] nooit meegedeeld.
grief 2 in principaal hoger beroepfaalt en dat
grief 2 in incidenteel hoger beroepslaagt.
grief 3 in het principaal hoger beroepfaalt.