Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
verdachte op 16 augustus 2018, in de gemeente [gemeente] , al dan niet opzettelijk, heeft gehandeld in strijd met artikel 33, eerste lid, van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE's, immers heeft verdachte toen een vervoermiddel (trekker met oplegger) waarmee evenhoevigen (runderen) werden vervoerd na aankomst op de plaats van bestemming, te weten (de verzamelplaats) [naam1] B.V. te [plaats1] , niet geheel gelost;
verdachte op 16 augustus 2018, in de gemeente [gemeente] , al dan niet opzettelijk, heeft gehandeld in strijd met artikel 45, eerste lid, van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE's, immers heeft verdachte toen 20, althans een of meer runderen, jonger dan 12 maanden, van een ingevolge artikel 21 van die Regeling erkend verzamelcentrum, te weten (de verzamelplaats) [naam1] B.V. te [plaats1] , niet rechtstreeks afgevoerd naar één of meer niet in Nederland gelegen bedrijven en/of een in Nederland gelegen mesterij.
De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.