Uitspraak
1.[appellant]
[appellant],
[appellanten] c.s.,
de gemeente,
1.De procedure bij de rechtbank
2.De procedure in hoger beroep
3.Waar het in deze procedure om gaat
4.De vaststaande feiten
10 juli 1997 aan [A] geschreven dat weliswaar sprake is van lichte tot ernstige verontreiniging van de voormalige waterbodem, maar dat in de huidige situatie geen risico’s voor de volksgezondheid bestaan en dat de sanering niet urgent is en dat de gemeente geen budget had voor de sanering.
26 november 1998 geantwoord dat die gestelde verontreiniging niet blijkt uit de rapporten en dat de gemeente ook niet bij de aanleg van de parkeerstrook betrokken is geweest en daarvoor niet verantwoordelijk is geweest.
5.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
€ 465.684,52 aan vergoeding van schade. Deze schade was als volgt gespecificeerd:
- schade voor het niet kunnen bouwen van een tweede woning €275.000;
- opruiming vervuild slib € 18.600;
- waardedaling perceel door vervuiling € 110.000;
- schade als gevolg van verstrekken onjuiste of onvolledige inlichtingen € 62.084,52