Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
De tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 9 mei 2016 tot en met 20 juni 2016 in [woonplaats] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [woonadres] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 42 hennepplanten althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op of omstreeks 20 juni 2016 te [woonplaats] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [woonadres] ) ongeveer 660 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Bewijsmiddelen
Bewezenverklaring
hij in de periode van 9 mei 2016 tot en met 20 juni 2016 in [woonplaats] opzettelijk heeft geteeld (in een pand aan de [woonadres] ) een hoeveelheid van ongeveer 42 hennepplanten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
hij op 20 juni 2016 te [woonplaats] opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [woonadres] ) ongeveer 660 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
110 (honderdtien) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
55 (vijfenvijftig) dagen hechtenis.