Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
wonende op een bij het hof bekend adres,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
[plaats] [de minderjarige] .
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
16 februari 2021 is zij met een rechterlijke machtiging drie weken opgenomen geweest bij [naam2] in de [naam3] , en zij is daarna daar nog twee weken op vrijwillige basis gebleven. Na deze opname gaat het goed met de moeder. Zij krijgt medicatie en een keer per week komt het [naam4] -team langs om haar te begeleiden. De moeder is van mening dat zij stabiel genoeg is om de zorg van [de minderjarige] weer op zich te nemen. De moeder staat open voor hulpverlening en gesprekken. Nu er een ondertoezichtstelling is voor de duur van een jaar kan de terugplaatsing goed worden begeleid en waar nodig kan hulpverlening worden ingezet. De moeder ziet [de minderjarige] nu dagelijks en de moeder blijft ook wel bij de oom en tante waar [de minderjarige] verblijft, slapen. Het onderlinge contact is goed en de stap naar weer thuis wonen is dan ook niet groot voor [de minderjarige] . Een uithuisplaatsing voor een half jaar is dan ook niet nodig.