In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1975 en wonende te [woonplaats], was eerder veroordeeld voor bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en zware mishandeling van [slachtoffer]. De politierechter had hem op 11 mei 2020 een geldboete van € 750,- en een voorwaardelijke taakstraf opgelegd. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Het hof heeft het hoger beroep gedeeltelijk ontvankelijk verklaard, maar de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep tegen de vrijspraak van de impliciet cumulatief tenlastegelegde bedreiging via Facebook.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op zijn website bedreigende uitlatingen heeft gedaan over [slachtoffer], die werkzaam is als energiecoördinator bij de gemeente [gemeente]. De verdachte heeft in een artikel op zijn website, dat een journalistiek karakter heeft, bedreigende woorden geuit en een foto geplaatst van zichzelf met een riek in zijn hand. Het hof heeft geoordeeld dat de bedreigende woorden en de context waarin deze zijn geplaatst, voldoende zijn om te concluderen dat de verdachte opzet had op de bedreiging van [slachtoffer].
Het hof heeft de eerdere veroordeling van de politierechter vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een geldboete van € 750,-, maar in voorwaardelijke vorm, met een proeftijd van één jaar. Het hof heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de impact van zijn uitlatingen op het slachtoffer. De uitspraak benadrukt de ernst van bedreigingen via openbare platforms en de verantwoordelijkheden van individuen in hun uitingen op dergelijke platforms.