Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde2],
[geïntimeerde3],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden werd behandeld, gaat het om een geschil over een voorkeursrecht van koop met betrekking tot een stierenschuur. De appellant, die in eerste aanleg als eiser optrad, vorderde dat de geïntimeerden zouden meewerken aan de levering van de stierenschuur voor een bedrag van € 50.000,-. De rechtbank Gelderland had deze vordering afgewezen, omdat de appellant volgens de rechtbank geen recht op levering toekwam. De appellant ging in hoger beroep en vorderde vernietiging van de eerdere vonnissen en toewijzing van zijn vorderingen.
Het hof heeft vastgesteld dat de geïntimeerden gehouden en gerechtigd zijn tot levering van de stierenschuur aan een derde partij, [geïntimeerde3], die gebruik heeft gemaakt van haar voorkeursrecht. Het hof oordeelde dat de appellant niet kon afdwingen dat de stierenschuur aan hem werd geleverd, omdat de ontbindende voorwaarde in de koopovereenkomst met hem niet was vervuld. De appellant was op de hoogte van het voorkeursrecht en de bijbehorende voorwaarden, en het hof concludeerde dat de eerdere vonnissen van de rechtbank in stand konden blijven.
De uitspraak van het hof bevestigt de eerdere beslissingen van de rechtbank en legt de kosten van het hoger beroep bij de appellant, die als de in het ongelijk gestelde partij wordt beschouwd. De kosten voor de procedure in hoger beroep aan de zijde van de geïntimeerden zijn vastgesteld op € 332,- voor griffierecht en € 2.228,- voor salaris advocaat, met wettelijke rente over de proceskosten.