In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1989, heeft zich schuldig gemaakt aan het weigeren van een ademtest na het besturen van een auto. De politierechter had eerder een geldboete van € 1.100,- opgelegd, subsidiair 21 dagen hechtenis, en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van tien maanden. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 13 oktober 2018 in Nederland, als bestuurder van een personenauto, niet heeft voldaan aan de verplichting om mee te werken aan een ademonderzoek, zoals voorgeschreven in de Wegenverkeerswet 1994. De verdachte is eerder veroordeeld voor vergelijkbare feiten, wat heeft geleid tot een strafverzwarende omstandigheid. Het hof heeft de geldboete van € 1.100,- bevestigd, maar toegestaan dat deze in 11 maandelijkse termijnen van € 100,- kan worden betaald. Daarnaast is de ontzegging van de rijbevoegdheid voor 10 maanden opgelegd, met aftrek van de tijd dat het rijbewijs was ingevorderd. Het hof heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften in acht genomen en de strafoplegging als passend beoordeeld, rekening houdend met de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden van de verdachte.