ECLI:NL:GHARL:2021:6255
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake kinderalimentatie na echtscheiding met geschil over hoogte en ingangsdatum
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de kinderalimentatie na de echtscheiding van de verzoekster en verweerder. Het huwelijk van partijen is in 2015 ontbonden en zij hebben samen drie minderjarige kinderen. De vrouw heeft in hoger beroep beroep gedaan op een eerdere beschikking van de rechtbank Overijssel, waarin de man werd verplicht om een bijdrage te leveren aan de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen. De rechtbank had bepaald dat de man € 75,- per kind per maand moest betalen, maar de vrouw verzocht om een verhoging naar € 125,- voor de oudste twee kinderen en € 20,- voor de jongste. De man voerde verweer en stelde dat de vrouw niet-ontvankelijk moest worden verklaard in haar verzoeken. Het hof heeft de grieven van de vrouw en de man beoordeeld en geconcludeerd dat de vrouw ontvankelijk is in haar verzoeken. Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar stelling dat er sprake was van dwaling bij de totstandkoming van de afspraken over de kinderalimentatie. De man heeft ook grieven ingediend in incidenteel hoger beroep, maar het hof heeft deze grieven niet gehonoreerd. Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de rechtbank bekrachtigd en de proceskosten gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt.