Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad van een beschikking van de kantonrechter. De rechthebbende, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. K. Hermsen, had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter van 1 maart 2021, waarin het verzoek tot opheffing van het bewind en het mentorschap werd afgewezen. De kantonrechter had [belanghebbende1] benoemd tot bewindvoerder en mentor, maar ontsloeg deze met ingang van 15 maart 2021 en benoemde De Regt Bewind B.V. als opvolgend bewindvoerder en mentor. De rechthebbende verzocht het hof om de uitvoerbaarheid van de bestreden beschikking te schorsen, zodat [belanghebbende1] haar taken kon blijven uitvoeren tijdens de procedure.
Het hof heeft de procedure in hoger beroep en het verzoek tot schorsing behandeld. Tijdens de mondelinge behandeling op 3 juni 2021 waren de rechthebbende en [belanghebbende1] aanwezig, terwijl de jongste zoon en zijn advocaat afwezig waren. Het hof oordeelde dat de beslissing tot ontslag van de bewindvoerder en mentor onmiddellijk effect heeft, zonder dat de beschikking in kracht van gewijsde is gegaan. Dit betekent dat de beschikking uitvoerbaar bij voorraad is, en dat het verzoek tot schorsing niet kan slagen. Het hof heeft het verzoek van de rechthebbende tot schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad van de beschikking van 1 maart 2021 afgewezen.