Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 24 januari 2017, in de gemeente [gemeente] , in een woning gelegen aan de [adres] , een wapen van categorie III, te weten een (automatisch) pistool (merk ATAK-ZORAKI) en/of munitie van categorie III, te weten 18, althans een of meer, kogelpatronen, voorhanden heeft gehad;
hij op of omstreeks 24 januari 2017, in de gemeente [gemeente] , opzettelijk in een woning gelegen aan de [adres] aanwezig heeft gehad, in totaal 17,41 gram, althans (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende heroïne en/of, in totaal 61,96 gram, althans (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde heroïne en/of cocaïne (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Bewezenverklaring
hij op
of omstreeks24 januari 2017, in de gemeente [gemeente] , in een woning gelegen aan de [adres] , een wapen van categorie III, te weten een (automatisch) pistool (merk ATAK-ZORAKI) en
/ofmunitie van categorie III, te weten 18
, althans een of meer,kogelpatronen, voorhanden heeft gehad;
hij op
of omstreeks24 januari 2017, in de gemeente [gemeente] , opzettelijk in een woning gelegen aan de [adres] aanwezig heeft gehad, in totaal 17,41 gram,
althans (een) hoeveelhe(i)d(en)van een materiaal bevattende heroïne en
/of,in totaal 61,96 gram,
althans (een) hoeveelhe(i)d(en)van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde heroïne en
/ofcocaïne
(een)middel
(en
)als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.