Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
heffingsambtenaarvan de gemeente Het Hogeland (hierna: de heffingsambtenaar)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
voorafgaandaan het vaststellen van de WOZ-waarde onderzoek wordt gedaan naar de aanwezigheid en hoogte van deze aardbevingschade. In het onderhavige geval heeft de heffingsambtenaar alle huiseigenaren in de gemeente aangeschreven met het verzoek eventuele aardbevingsschade voor 1 januari 2018 bij de gemeente te melden, zodat daarmee bij het vaststellen van de WOZ-waarde rekening zou kunnen worden gehouden. Ook middels een publicatie in de lokale huis-aan-huiscourant en een bericht op de website van de gemeente Het Hogeland zijn de inwoners op het gemeentelijke beleid en de mogelijkheid tot het melden van aardbevingsschade geattendeerd. Naar het oordeel van het Hof heeft de heffingsambtenaar daarmee de zorgvuldigheid betracht die bij het voorbereiden van de WOZ-beschikkingen van hem mocht worden verwacht. Dat belanghebbende niet heeft gereageerd, kan de heffingsambtenaar niet worden tegengeworpen. Het Hof neemt daarbij in aanmerking dat belanghebbende niet heeft betwist de brief van 17 november 2017 te hebben ontvangen. Dat belanghebbende op 4 december 2017 een melding heeft gedaan bij het Centrum Veilig Wonen doet daaraan evenmin af, nu deze gegevens de heffingsambtenaar niet ter beschikking stonden. Gelet op de inhoud van de brief van 17 november 2017 kon belanghebbende er ook niet van uitgaan dat met een melding bij het Centrum Veilig Wonen kon worden volstaan. Naar het oordeel van het Hof reikt de eis van een zorgvuldige besluitvorming niet zo ver dat de heffingsambtenaar gehouden is (ieder jaar) voorafgaand aan het vaststellen van de WOZwaarde zelfstandig de schade als gevolg van aardbevingen van alle in de gemeente gelegen objecten te inventariseren. Van de inwoners mag worden gevraagd hierover gegevens te verschaffen. Dat de heffingsambtenaar bij het opleggen van de WOZ-beschikking minimaal rekening had moeten houden met een forfaitair schadebedrag volgt het Hof niet, nu weliswaar een aanzienlijk aantal woningen in de gemeente op 1 januari 2018 fysieke aardbevingsschade had, maar dat zeker niet voor alle woningen gold. Een dergelijke benadering zou daarmee voor woningen zonder schade tot een te lage WOZ-waarde leiden.
5.Griffierecht en proceskosten
6.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raadwww.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).