Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 juni 2021, gaat het om een verzoek van familie [verzoekers] die in hoger beroep zijn gegaan tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Gelderland. De familie stelt dat zij als pleegouders moeten worden aangemerkt en dat zij recht hebben op een blokkaderecht bij de uithuisplaatsing van de kinderen. De GI, vertegenwoordigd door William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, betwist dit en stelt dat de familie als gezinshuisouders moet worden gezien, wat hen geen blokkaderecht zou geven.
Het hof verwijst naar een eerdere tussenbeschikking van 18 maart 2021 en stelt vast dat de juridische situatie is veranderd. Artikel 1:265i BW, dat betrekking heeft op jeugdbeschermingsmaatregelen, is niet van toepassing omdat er geen sprake is van een ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing. De familie [verzoekers] heeft in hun beroepschrift en aanvullende schriftelijke reactie betoogd dat zij de kinderen al vier jaar opvoeden en dat er een hechte familieband is, maar het hof oordeelt dat gezinshuisouders in juridische zin niet gelijkgesteld kunnen worden met pleegouders.
Het hof concludeert dat de relatie tussen de familie [verzoekers] en de kinderen voornamelijk voortkomt uit een professionele hulpverleningscontext, en dat er onvoldoende bijzondere omstandigheden zijn gesteld die wijzen op een schending van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De belangen van de kinderen zijn vooropgesteld, en het hof wijst het verzoek van de familie [verzoekers] om de kinderen bij hen terug te plaatsen af. De beschikking van de rechtbank Gelderland van 7 december 2020 wordt bekrachtigd.