Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake het gezag over een minderjarige, geboren in 2007, van wie de ouders in 2013 zijn gescheiden. De moeder, die eerder alleen belast was met het gezag, heeft in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland van 16 december 2021 aangevochten, waarin de ouders opnieuw samen met het gezag over hun kind zijn belast. De vader had eerder verzocht om gezamenlijk gezag, maar dit verzoek was in 2018 afgewezen. Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld, waarbij de minderjarige zijn mening heeft gegeven en beide ouders aanwezig waren. Het hof heeft overwogen dat de ouders in de afgelopen maanden hun communicatie hebben verbeterd en dat er geen incidenten zijn geweest. De belangen van de vader om ook het gezag uit te oefenen, wegen zwaarder dan de zorgen van de moeder. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd, waarbij het belang van het kind voorop staat. De beslissing is genomen op basis van artikel 1:253o van het Burgerlijk Wetboek, dat stelt dat het gezag kan worden gewijzigd indien de omstandigheden zijn veranderd.