Uitspraak
[appellante],
[geïntimeerde],
2 [B] ,
[B].
1.De procedure bij de rechtbank
2.De procedure in hoger beroep
3.Samenvatting en beslissing in hoger beroep
4.De vaststaande feiten
5.Het geschil en de beslissing van de rechtbank
6.De beoordeling van de grieven en de vordering in hoger beroep
grief Ikeert [appellante] zich tegen het oordeel van de rechtbank dat het beroep op nietigheid van het testament wegens het ontbreken van een handtekening van moeder wordt verworpen.
Grief IIis gericht tegen de afwijzing van het beroep op nietigheid van het testament wegens het ontbreken van een met erflaatsters verklaring overeenstemmende wil. Voordat het hof deze grieven bespreekt, zal het hof eerst ingaan op het verjaringsberoep dat [geïntimeerde] heeft gedaan.