ECLI:NL:GHARL:2021:587
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens gebrek aan grieven
In deze zaak heeft de verdachte hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland, uitgesproken op 12 november 2018. Het hoger beroep is behandeld door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 januari 2021. De verdachte, geboren in 1970 en woonachtig in [woonplaats], heeft geen bezwaren geuit tegen het vonnis van de politierechter. Tijdens de zitting op 7 januari 2021 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die een taakstraf van honderdtwintig uren eiste, subsidiair zestig dagen hechtenis. Echter, het hof constateert dat de appelschriftuur, opgesteld door de voormalig raadsman van de verdachte, mr. M. Arnold, zich enkel richtte op de ontnemingszaak en niet op de strafzaak. Dit betekent dat er geen grieven zijn geformuleerd tegen de beslissing van de politierechter in de strafzaak. Gezien het ontbreken van bezwaren en grieven, heeft het hof besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep. De uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter mr. F. van der Maden, en is op 21 januari 2021 openbaar uitgesproken.