Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep, verder te noemen: [verzoeker] ,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de curatele van [verzoeker]. Het hof bekrachtigt de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, die op 13 november 2020 het verzoek van [verzoeker] tot opheffing van de curatele had afgewezen. Het hof oordeelt dat de noodzaak tot curatele nog steeds aanwezig is, ondanks de positieve ontwikkelingen in het leven van [verzoeker].
[Verzoeker] is geboren in 1991 en is de vader van een tweeling, die in 2015 is geboren. De moeder van de kinderen, [de partner], heeft het gezag over hen. [Verzoeker] heeft in het verleden te maken gehad met verslavingsproblemen, waaronder cannabisgebruik, en is in 2013 onder bewind gesteld, wat later is omgezet in curatele. In 2020 heeft hij verzocht om de curatele op te heffen, maar de curator heeft verweer gevoerd en de noodzaak voor voortzetting van de curatele benadrukt.
Het hof heeft de argumenten van beide partijen afgewogen. [Verzoeker] stelt dat hij zijn leven weer op orde heeft en geen schulden meer heeft, maar de curator wijst op de instabiliteit van [verzoeker]'s situatie en het risico van terugval in verslavingsgedrag. Het hof concludeert dat, hoewel er positieve ontwikkelingen zijn, er nog steeds onvoldoende stabiliteit is in de financiële en persoonlijke situatie van [verzoeker]. Daarom is de voortzetting van de curatele noodzakelijk en wordt het verzoek tot opheffing afgewezen.