Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
stichting Samen Veilig Midden-Nederland,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift, ingekomen op 11 januari 2021;
- het verweerschrift, en
- een journaalbericht van mr. Dijkstra met een productie.
- de ouders in persoon, bijgestaan door hun advocaat en [B] (tolk in de Arabisch-Syrische taal, tolknummer [nummer] );
- [C] namens de raad;
- [D] , gezinsvoogd van [de minderjarige2] , en [E] , gedragswetenschapper, namens de GI.
3.De feiten
- [de minderjarige1] , geboren op 26 februari 2005 te [F] (Syrië),
- [de minderjarige2] , geboren op 4 augustus 2006 te [F] (Syrië),en
- [de minderjarige3] (verder te noemen: [de minderjarige3] ), geboren op 1 december 2013 te [F] (Syrië).
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
- Uit intelligentieonderzoek bij [de minderjarige2] is gebleken dat zij op zwakbegaafd niveau functioneert en dit wordt verder onderzocht. Haar wens is om weer bij haar ouders te gaan wonen. [de minderjarige2] is overgeplaatst en woont nu in een gezinshuis in [A] dichterbij haar ouders. Ze heeft veel structuur, dagelijks begeleiding en aansturing op haar eigen niveau nodig. Zij belt bijna dagelijks met haar ouders. De professionals zien dat de ouders de plaatsing in het perspectief-biedend gezinshuis soms wel en soms niet steunen en dat zorgt voor onrust. Volgens de GI kan [de minderjarige2] daardoor niet goed ingroeien op haar huidige plek. Op school gaat het niet goed en zij heeft therapie. [de minderjarige2] is in de afgelopen weken een keer weggelopen en een paar dagen onvindbaar geweest.
- [de minderjarige3] is diverse keren overgeplaatst naar een ander pleeggezin, omdat de gedragsproblemen van [de minderjarige3] voor het pleeggezin te zwaar waren. [de minderjarige3] verblijft nu in een gezinshuis. Volgens de jeugdbeschermer is dit een goede plek voor hem. Hij heeft dagelijkse begeleiding en therapie nodig. Sociale contacten zijn moeilijk voor [de minderjarige3] en hij kan slechts een halve dag school aan. Bekeken wordt wat de onderliggende oorzaak is van de boosheid bij [de minderjarige3] . Het contact tussen [de minderjarige3] en de ouders komt soms niet goed tot stand en [de minderjarige3] reageert heftig op dit contact.