Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
Overweging met betrekking tot het bewijs
veld: stranden, schorren, gorzen, kwelders, slikken, wadden, binnenwateren en territoriale wateren alsmede wegen en paden, voor zover deze geacht kunnen worden deel uit te maken van een voor de uitoefening van de jacht bestemd of geschikt terrein.
Bewezenverklaring
of omstreeks20 december 2017 in de gemeente Ede op of nabij het Landgoed Kernhem in het veld, als bedoeld in artikel 1.1 lid 2 van de Wet natuurbescherming, zich heeft bevonden met twee aan hem toebehorende en
/ofonder zijn toezicht staande dieren
(honden van het ras/soort Parson Russel Terriër en Jack Russel
)terwijl deze honden in het veld dieren hebben opgespoord
en/of verwond, immers zijn de honden een dassenburcht ingegaan en hebben aldaar
een beschermde inheemse diersoort (één of meerdere dassen
)opgespoord
en/of verwond en/of verontrust.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Gebruik van middelen voor het vangen en doden van dieren.
Strafbaarheid van de verdachte
- Verdachte wist ten tijde van het feit niet dat zich op het terrein dassen bevonden.
- Het terrein bij het landgoed Kernhem is een hondenlosloopgebied.
- Uit een foto op pagina 29 van het politiedossier is af te leiden dat honden op het terrein los mogen lopen, maar onder de voorwaarde dat de honden onder controle zijn.
- Uit het politiedossier blijkt niet dat er op het terrein bij het landgoed Kernhem maatregelen waren getroffen voor (de bewoonde) dassen(burcht) zodat het hof ervan uitgaat dat dat niet het geval was.
- Verdachte had de honden onder controle op een wijze die onder de hiervoor genoemde omstandigheden redelijkerwijs mocht worden verwacht en verlangd.
- De honden droegen zelfs een trainingshalsband, waarmee piepgeluiden, trillingen en stroomstoten konden worden geactiveerd. Het hof acht aannemelijk dat de honden op een gegeven moment onder struiken waren geschoten en verdachte toen de honden daardoor niet meer kon zien. Nu verdachte niet kon zien wat er aan de hand was en hij de honden niet nodeloos een stroomstoot kon geven, kon naar het oordeel van het hof redelijkerwijs niet van hem worden gevergd dat hij de trainingshalsband activeerde.