Het opkloppen van slagroom met N2Opatronen gaat als volgt:
- Gekoelde vloeibare slagroom wordt in de spuitbus gedaan.
- De spuitbus wordt dichtgedraaid.
- Het N2Opatroon met patroonhouder wordt aangedraaid waardoor het ventiel van het N2Opatroon zich opent.
- De spuitbus komt onder druk te staan.
- De N2O komt in contact met de slagroom.
- Vervolgens wordt de spuitbus geschud en mengt een deel van de N2O met het water en het vet van de slagroom en lost daarin op.
- Door het openen van de spuitmond van de spuitbus komt de slagroom met daarin opgeloste N2O onder atmosferische druk.
- De N2O drijft de slagroom naar buiten (uitdrijffunctie) en blaast de slagroom op (opblaasfunctie) waardoor de slagroom in volume toeneemt (ongeveer 4x) en het eindproduct, de opgeklopte slagroom, ontstaat.
- Bij het uitdrijven van de slagroom vervliegt een deel van de N2O. In het water en het vet van de opgeklopte slagroom zit echter nog N2O opgelost en ook in de bellen van de opgeklopte slagroom zit N2O.
- De N2O verdwijnt langzaam uit de bellen van de opgeklopte slagroom waardoor de opgeklopte slagroom langzaam in volume afneemt en uiteindelijk weer in een vloeistof verandert. Ter zitting bij het Hof bleek de aldaar namens belanghebbende opgeklopte slagroom na een uur in volume te zijn afgenomen. Op dat moment was het nog geen vloeistof.