Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 16 april 2018, te [plaats1] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om een aggregaat en/of een grote haspel en/of een accu en/of een hoeveelheden koper, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [naam] NV, weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, hierin bestaande dat verdachte en/of zijn mededader over een hekwerk zijn/is gestapt en vervolgens hebben / heeft hij verdachte en/of met zijn mededader op het terrein gezocht en/of een grote haspel klaargezet om mee te nemen en/of een generator uit een op dat terrein staande auto hebben/heeft gehaald en klaargezet om mee te nemen en/of een accu uit een auto hebben/heeft geschroefd, althans verwijderd, en/of meerdere koperkabels, die in een op het terrein staande container lagen, hebben/heeft losgeknipt en uit/buiten die container hebben/heeft gegooid, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
hij op of omstreeks 30 november 2017 te [plaats2] , gemeente [gemeente] , opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 25 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende 4-hydroxyboterzuur (GHB), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende 4-hydroxyboterzuur, en/of ongeveer 1,84 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde 4-hydroxyboterzuur (GHB) en/of amfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op of omstreeks 30 november 2017 te [plaats2] , gemeente [gemeente] , een voertuig, te weten personenauto (kenteken: [kenteken] ) heeft bestuurd of als bestuurder heeft doen besturen, na gebruik van een in artikel 2 van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stof als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, te weten 4-hydroxyboterzuur (GHB), in combinatie met een of meer andere van deze aangewezen stoffen, te weten amfetamine, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van de WVW94 het gehalte in zijn bloed bij iedere aangewezen stof 7,6 milligram per liter 4-hydroxyboterzuur (GHB) en/of 380 microgram per liter amfetamine, in elk geval (telkens) zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd besluit, bij die aangewezen stoffen afzonderlijk vermelde grenswaarden.
Bewezenverklaring
hij op 16 april 2018, te [plaats1] , tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om een aggregaat, een grote haspel, een accu en een hoeveelheid koper, dat aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader toebehoorde, te weten aan [naam] NV, weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van inklimming, hierin bestaande dat verdachte en zijn mededader over een hekwerk zijn gestapt en vervolgens op het terrein hebben gezocht, een grote haspel hebben klaargezet om mee te nemen, een generator uit een op dat terrein staande auto hebben gehaald en klaargezet om mee te nemen, een accu uit een auto hebben geschroefd, althans verwijderd, en meerdere koperkabels, die in een op het terrein staande container lagen, hebben losgeknipt en buiten die container hebben gegooid, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
hij op 30 november 2017 te [plaats2] , gemeente [gemeente] , opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 25 gram van een materiaal bevattende 4hydroxyboterzuur (GHB) en ongeveer 1,84 gram van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde 4-hydroxyboterzuur (GHB) en amfetamine telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
hij op 30 november 2017 te [plaats2] , gemeente [gemeente] , een voertuig, te weten een personenauto (met kenteken [kenteken] ) heeft bestuurd, na gebruik van een in artikel 2 van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stof als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, te weten 4-hydroxyboterzuur (GHB), in combinatie met een andere van deze aangewezen stoffen, te weten amfetamine, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van de WVW94 het gehalte in zijn bloed bij iedere aangewezen stof 7,6 milligram per liter 4-hydroxyboterzuur (GHB) en 380 microgram per liter amfetamine, zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd besluit, bij die aangewezen stoffen afzonderlijk vermelde grenswaarden.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) weken.
6 (zes) weken, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
15 (vijftien) maanden.
7 (zeven) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.