Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep, verder te noemen: de vader,
Stichting Jeugdbescherming Gelderland,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de beëindiging van het gezag van de vader over zijn twee minderjarige kinderen. De vader, die in hoger beroep ging tegen een eerdere beschikking van de kinderrechter, was van mening dat de beëindiging van zijn gezag onterecht was. De kinderrechter had op 15 oktober 2020 besloten het gezag van de ouders te beëindigen en Jeugdbescherming Gelderland tot voogdes te benoemen. De vader, bijgestaan door zijn advocaat, voerde aan dat hij het gezag over zijn kinderen wilde behouden en dat hij bereid was om samen te werken met de hulpverlening.
Het hof heeft echter vastgesteld dat er sinds 2012 sprake is van ernstige problemen binnen het gezin, waaronder huiselijk geweld, verslavingsproblematiek en financiële problemen. De vader heeft een complexe psychiatrische achtergrond, waaronder ADHD en een borderline stoornis, wat zijn vermogen om voor de kinderen te zorgen in gevaar brengt. De kinderen hebben sinds juni 2018 bij pleegouders gewoond, en het hof oordeelde dat het in het belang van de kinderen is om duidelijkheid te hebben over hun opvoedperspectief.
Het hof heeft de beslissing van de kinderrechter bekrachtigd en het gezag van de vader beëindigd, waarbij het belang van de kinderen voorop stond. De vader heeft aangegeven dat hij het belangrijk vindt om betrokken te blijven bij de beslissingen rondom zijn kinderen, maar het hof oordeelde dat dit niet in het belang van de kinderen is. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een stabiele en veilige omgeving voor de kinderen, die nu al geruime tijd bij de pleegouders wonen.