Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de vader om gezamenlijk gezag met de moeder over hun minderjarige kind. De ouders waren eerder betrokken bij een procedure waarbij de Raad voor de Kinderbescherming advies had uitgebracht over de gezagskwestie en de omgangsregeling. De Raad had geconstateerd dat de minderjarige te veel belast werd door de zorgen en spanningen van de moeder, wat zijn ontwikkeling in gevaar bracht. De Raad adviseerde om de ondertoezichtstelling van de minderjarige te verlengen en om de ouders hulp te bieden in hun opvoedvaardigheden.
Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep gaven zowel de moeder als de vader aan dat zij het advies van de Raad konden accepteren. Het hof besloot daarom om de bestreden beschikking van de rechtbank Gelderland te bekrachtigen, waarbij het gezamenlijk gezag van de ouders over de minderjarige in stand blijft. Het hof benadrukte dat de jeugdbeschermer in het kader van de ondertoezichtstelling meer zicht kan krijgen op de opvoedsituatie en kan ingrijpen indien nodig. Tevens werd opgemerkt dat de kosten van de procedure gecompenseerd worden, en dat een verzoek van de moeder om de zorgregeling te wijzigen in strijd met de goede procesorde was, waardoor dit verzoek buiten beschouwing werd gelaten.