In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 18 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot het instellen van een mentorschap voor de betrokkene. Het verzoek was ingediend door Stichting [belanghebbende1], die de betrokkene wilde verplichten tot het ondergaan van een medische ingreep waar hij zelf niet achter stond. Het hof heeft vastgesteld dat het verzoek tot het instellen van een mentorschap niet voldoet aan de wettelijke vereisten, zoals vastgelegd in artikel 1:450 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. De betrokkene was niet in staat om zijn belangen niet-vermogensrechtelijke aard zelf behoorlijk waar te nemen, maar het hof oordeelde dat de enkele verklaring van de psychiater onvoldoende was om te concluderen dat de betrokkene niet wilsbekwaam was. Het hof heeft de bestreden beschikking van de kantonrechter vernietigd en het verzoek tot het instellen van een mentorschap afgewezen, omdat dit een ongeoorloofde inbreuk op het zelfbeschikkingsrecht van de betrokkene zou zijn. De betrokkene heeft aangegeven dat hij zijn medische problemen erkent, maar dat hij geen operatie wil ondergaan en niet van plan is om te stoppen met roken. Het hof concludeert dat de betrokkene in beginsel zelf mag bepalen of hij medische adviezen opvolgt of een behandeling ondergaat.