3.8De door Harmes uitgevoerde herstelwerkzaamheden worden hierna afzonderlijk behandeld.
I: € 1.193.97: reparatie van een drukmeter in het ketelhuis (Emotron, 20 maart 2018).
De kantonrechter was van oordeel dat het aansluiten van de meetbenen niet onder Jagers verantwoordelijkheid viel, omdat elektrisch bekabelen en aansluiten door Jager contractueel is uitgesloten. Harmes brengt daartegen in dat Emotron in haar servicerapport heeft geconcludeerd dat de meetbenen verkeerdom zijn geplaatst (de voeding van drukmeting, klemmen 11 en 1). Uit de opdrachtbevestiging volgt volgens Harmes uitdrukkelijk dat “het aansluiten buffertank inclusief bufferregeling” onderdeel van de opdracht uitmaakt. Dat wil zeggen dat de elektrische bekabeling en de benodigde elektrische aansluiting voor buffertank en bufferregeling niet door Jager worden verzorgd, maar de aansluiting wel. Het niet goed functioneren van de bufferregeling komt dan ook voor haar rekening.
Jager bestrijdt deze uitleg: Harmes heeft een andere partij opgedragen de meetbenen aan te laten sluiten. Volgens haar maakt Harmes ten onrechte geen onderscheid tussen een
W-gedeelte (hardware) en een E-gedeelte (software). Zij heeft zich bezig gehouden met het W-gedeelte. Het E-gedeelte (meet- en regeltechniek met betrekking tot software en het aansluiten van de buffertank inclusief bufferregeling) wordt door een ander verzorgd.
Het hof wenst te worden voorgelicht over de vraag of de aansluiting van de meetbenen onder het elektrisch bekabelen en aansluiten valt. De deskundige zal zich ook over de daarmee gemoeide kosten moeten uitlaten.
II: € 1.561.13: het verhelpen van een storing in de CV-pomp in de woning en kantine van Harmes (Kosse, 8 februari 2018, factuur d.d. 22 maart 2018).
Volgens de kantonrechter komen de kosten voor het verhelpen van een storing in de
CV-pomp in de woning en in de kantine van Harmes door Kosse niet voor rekening van Jager. De factuur waar Harmes betaling van vordert, ziet daar wel op. De vordering die strekt tot vergoeding ervan wordt gehandhaafd met de tweede grief van Harmes. Deze klacht moet worden onderscheiden van de hierna onder V te behandelen kosten van de CV in de stal (grief 8 van Jager).
De verwarming in de woning is volgens Harmes niet, zoals overeengekomen, door middel
van een thermostaat te beheersen, waardoor deze door Harmes wordt beheerst door de stekker van de CV-ketel in en uit het stopcontact te doen. In de conclusie van antwoord in het incidenteel appel voert Jager daartegen aan dat de storing in de pomp hoogstwaarschijnlijk is ontstaan door verkeerd gebruik. Zij verwijst daarbij naar een brief van 7 februari 2018, waarin ook wordt opgemerkt dat de CV-ketel in het woonhuis niet in het pakket zat: de verwarming van het woonhuis is aangesloten op het kantoor. Die pomp geeft een storing, hoogstwaarschijnlijk doordat de buffertank is afgesloten van de installatie. In reactie hierop heeft Harmes het verwijt gehandhaafd, onder verwijzing naar de opdrachtbevestiging en de leverancier, die mondeling zou hebben bevestigd dat de pomp defect was. In haar grief geeft ze geen nadere inhoudelijke onderbouwing, terwijl Jager in de memorie van antwoord opnieuw verwijst naar de al genoemde brief.
Naar het oordeel van het hof is deze vordering hiermee onvoldoende onderbouwd: enerzijds wordt gesproken over het ontbreken van een thermostaat, anderzijds wordt beweerd dat de pomp stuk zou zijn. Om welke pomp het dan gaat (een afzonderlijke pomp in de woning of de pomp in het kantoor) wordt daarbij niet duidelijk gemaakt, terwijl uit de niet nader toegelichte verwijzing naar de opdrachtbevestiging evenmin duidelijk wordt om welke pomp en welke verantwoordelijkheden van Jager het hier precies gaat. Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft Harmes met betrekking tot de warmteregeling verwezen naar de verwarming in de stal en niet de woning of het kantoor, zodat bij die gelegenheid ook geen duidelijkheid is verschaft.
III: € 866,66: het afstellen van de mengkleppen in stallen 1 tot en met 6 en het verhelpen van de storing oplierkast (Kosse, 20 februari en 15 maart 2018, factuur d.d. 10 april 2018).
Deze vordering is volgens Jager ten onrechte toegewezen, omdat zij voor deze kosten niet verantwoordelijk zou zijn: lekverlies bij de mengkleppen is op te lossen door een goede afstelling van de servomotor (niet te veel druk op de klep). Dat is een zaak voor de elektricien. De oplierkast is niet door Jager gemonteerd en geleverd.
Het hof wenst te worden voorgelicht over de vraag of de afstelling van de mengkleppen tot de verantwoordelijkheid van Jager behoort. De deskundige zal zich ook over de daarmee gemoeide kosten moeten uitlaten.
De stellingen van Harmes over de oplierkast staan niet vast. Het hof ziet geen ruimte voor bewijsvoering op dat punt. Dat betekent dat van de vordering van Harmes alsnog € 115,50 exclusief btw (21% btw = 24,25 dus inclusief 139.75) zal worden afgewezen.
IV: € 230,72: het plaatsen van beugels aan de muur van stallen 5 en 6 (Kosse,
19 maart 2018, factuur d.d. 5 juni 2018).
Volgens Harmes heeft de kantonrechter ten onrechte overwogen dat de kosten voor het plaatsen van de beugels in stal 5 en 6 niet voor rekening van Jager komen: Jager heeft niet betwist dat in de stallen 1 tot en met 4 beugels zijn geplaatst voor de verwarmingsinstallatie. De stallen zijn identiek. Voor het weglaten van gebruikelijke beugels die in de stallen 1 tot en met 4 wel zijn geplaatst, ziet Harmes geen aanleiding. Dat deze beugels niet uitdrukkelijk in de opdrachtbevestiging zijn opgenomen, is op zichzelf juist; dat hoeft ook niet, omdat ze een vast onderdeel vormen van het plaatsen van verwarmingsbuizen aan een wand.
Naar het oordeel van het hof had hier het op de weg van Jager gelegen duidelijk te maken waarom deze redenering niet opgaat. In die verplichting schiet zij tekort door zich ertoe te beperken dat de angst dat de buizen gaan omknikken op grond van haar jarenlange ervaring ongegrond is. Het verwijt dat Harmes hierover te laat heeft geklaagd, is niet onderbouwd.
V: € 2.688.79: werkzaamheden aan de CV-pomp in stal 4 (Kosse, 4 mei 2018, factuur
d.d. 30 mei 2018).
Jager voert tegen de toewijzing van deze vordering aan dat de levering en installatie van deze pomp niet in de opdracht zat en dat de storing hoogstwaarschijnlijk is ontstaan door verkeerd gebruik. Zij verwijst daarbij naar de brief van 7 februari 2018, meer specifiek een passage over de ketel in (van) het woonhuis. Het gaat hier echter om de pomp in de stal, en niet de woning (en/of kantoor). Jager voert niet aan, en motiveert ook niet, dat het desalniettemin om een en dezelfde pomp zou gaan. Integendeel, zij behandelt de klachten over de CV-pomp in de woning in een aparte reactie op de hiervoor besproken grief 2 van Harmes (zie hiervoor onder II).
VI: € 344,49: het repareren van de verwarming en aanpassing van de installatie van de mengklep (Beuker, 28 februari en 6 maart 2018, factuur d.d. 24 april 2018).
Ook deze vordering is toegewezen, en ook daartegen verzet Jager zich: zij vermoedt dat het hier een elektrische storing betreft. Bovendien zat het afstellen van een mengklep niet in de opdracht. Dat laatste is onaannemelijk en onvoldoende onderbouwd. Over de vraag of het inderdaad om afstelling van de mengklep gaat (en welke kosten daarmee zijn gemoeid) zal een deskundige zich moeten uitlaten.
VII: € 90.75: aanpassing van de besturing van de ketel (Beuker, 31 mei 2018, factuur
12 juni 2018).
Wat hiervoor over de aanpassing van de mengklep is gezegd, geldt in gelijke mate voor het aanpassen van de besturing van de ketel.
VIII: € 1.501,20 en € 4.180,-: de aanleg van een gasbuis met het keurmerk GASTEC (Wessel Kunststoffen, factuur 15 augustus 2018 en J. de Lange, factuur d.d. 11 oktober 2018).
Harmes zegt dat zij heeft ontdekt dat een gasbuis zonder het keurmerk “GASTEC" niet in de grond onder een ruimte mag worden gelegd en aangesloten, omdat zo’n gasbuis niet diffuus dicht is. De gasbuis zonder het benodigde keurmerk is in strijd met de opdracht door Jager in de grond gelegd en kan niet worden aangesloten. Bij gebreke van de levering van een gasbuis met het keurmerk “GASTEC" door Jager heeft Harmes deze zelf moeten aanschaffen. De deskundige zal antwoord moeten geven op de vraag of een gasbuis zonder het keurmerk “GASTEC" in de grond onder een ruimte mag worden gelegd en aangesloten, en of het verwijt juist is dat de aangelegde buis diffuus dicht is/had moeten zijn.
Het hof heeft ook behoefte aan deskundige voorlichting over de vraag ten aanzien van welke nog niet door Jager verrichte werkzaamheden de overeenkomst dient te worden ontbonden. In geval van ontbinding zal het hof Harmes niet toestaan herstelwerkzaamheden voor rekening van Jager te laten verrichten, maar zal het hof de aanneemsom verlagen. Ook daarvoor is deskundige voorlichting nodig